VOORZICHTIG
De machine kan erg snel draaien, waardoor u
de controle over de machine kunt verliezen. Dit
kan leiden tot lichamelijk letsel en schade aan de
machine.
• Wees voorzichtig als u een bocht maakt.
• Verminder de snelheid van de machine voordat
u een scherpe bocht maakt.
Vooruitrijden
Opmerking: De motor slaat af als u de tractiebediening
beweegt terwijl de parkeerrem in werking is gesteld.
Om de machine te stoppen, duwt u de rijhendels naar de
-stand.
NEUTRAAL
1. Schakel de parkeerrem uit; zie
(bladz.
17).
2. Zet de hendels in de middelste, ontgrendelde stand.
3. Om vooruit te rijden, duwt u de rijhendels langzaam
naar voren
(Figuur
Figuur 22
Achteruitrijden
1. Zet de hendels in de middelste, ontgrendelde stand.
2. Om achteruit te rijden, trekt u de rijhendels langzaam
naar achteren
(Figuur
De handrem uitschakelen
22).
23).
Het Smart Speed
besturingssysteem gebruiken
De hendel van het Smart Speed
zich onder de bestuurdersstoel
bestuurder de keuze uit drie snelheidsbereiken: trimmen,
slepen en maaien.
1. Smart Speed hendel
G008952
g008952
Om van snelheid te veranderen, gaat u als volgt te werk:
1. Zet de rijhendels in neutraal en dan naar buiten in de
vergrendelde N
2. Schakel de aftakas uit.
3. Zet de hendel in de gewenste stand.
Wat volgt, is uitsluitend bedoeld als gebruiksaanbeveling. De
instelling is afhankelijk van de grassoort, het vochtgehalte en
de hoogte van het gras.
20
G008953
Figuur 23
TM
TM
besturingssyteem bevindt
(Figuur
24) en geeft de
Figuur 24
.
EUTRAALSTAND
g008953
g027625