1. Meet vanaf een
horizontaal oppervlak
6.
Het verschil tussen de meting van punt B en
punt C mag niet meer dan 6 mm bedragen.
Opmerking:
Als dit niet het geval is, raadpleeg
dan
Het maaidek zijdelings horizontaal stellen
(bladz.
46).
Het maaidek zijdelings horizontaal
stellen
1.
Draai de zijmoer en de contramoer los van de
gaffels die u wilt afstellen.
1. Bovenste bout
2. Contramoer
3. Gaffel
2.
Draai aan de bovenste bout van de gaffels om
de hoogte van het maaidek af te stellen.
Figuur 74
2. Meet bij de punten B en C.
Figuur 75
4. Zijmoer
5. Stel deze gaffels af om
de rechterkant van het
maaidek af te stellen.
6. Stel deze gaffels af om de
linkerkant van het maaidek
af te stellen.
Opmerking:
het maaidek hoger in te stellen; draai de bout
linksom om het te verlagen.
3.
Draai de contramoeren en de zijbouten vast.
4.
Controleer de zijdelingse hoogte; zie
maaidekhoogte controleren (bladz.
Schuinstand van het maaidek
controleren.
1.
Pomp de achterbanden op de voorgeschreven
spanning.
2.
Zet de hellingshoek van het maaidek op de
laagste stand, zie
g006888
maaidek afstellen (bladz.
3.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak en zet 1 mes in de lengterichting.
4.
Meet bij de punten A en B de afstand tussen
een horizontaal oppervlak en de snijranden van
de maaimessen.
Opmerking:
voorkant bij A 6 mm lager staan dan aan de
achterkant bij B.
1. Meet bij de punten A en B. 2. Meet vanaf een
g377364
5.
Draai de messen en herhaal de procedure met
de andere messen.
6.
Als de schuinstand niet juist is, raadpleeg dan
Het maaidek in de lengterichting horizontaal
stellen (bladz.
Het maaidek in de lengterichting
horizontaal stellen
1.
Draai de contramoer en de zijbout los van de
gaffels die u wilt afstellen.
46
Draai de bouten rechtsom om
Horizontale
45).
De hellingshoek van het
24).
Het maaimes moet aan de
Figuur 76
horizontaal oppervlak
46).
g001041