Inhoudsopgave
Advertenties
Onderhoud
aandrijfsysteem
De bandenspanning
controleren
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren/Maan-
delijks (houd hierbij de kortste
periode aan)
De juiste bandenspanning voor de achterbanden is
0,83 tot 0,97 bar.
Belangrijk:
Een ongelijke bandenspanning kan
leiden tot onregelmatige maairesultaten.
Opmerking:
De voorbanden zijn semipneumatisch
en hoeven niet op spanning te worden gehouden.
Figuur 50
Lager van draaipunt van
zwenkwiel afstellen
Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren/Jaar-
lijks (houd hierbij de kortste periode
aan)
1.
Schakel de aftakasschakelaar uit en zet de
rijhendels naar buiten in de P
2.
Schakel de machine uit, verwijder het
contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u
de bestuurderspositie verlaat.
3.
Verwijder de stofkap van het zwenkwiel.
4.
Draai de borgmoer aan totdat de veerringen vlak
liggen, en draai deze vervolgens een ¼ slag
terug om de voorspanning op de lagers correct
af te stellen.
Belangrijk:
Zorg ervoor dat de veerringen
goed zijn geplaatst, zoals getoond.
g001055
.
ARKEERSTAND
38
5.
Plaats de stofkap.
Figuur 51
1. Schotelveren
2. Borgmoer
Onderhoud van
zwenkwielen en lagers
De zwenkwielen draaien op een rollager ondersteund
door een wielbus. Als het lager steeds goed gesmeerd
blijft, is de slijtage minimaal. Als u nalaat het lager
goed te smeren, zal deze snel gaan slijten. Als een
zwenkwiel gaat wiebelen is er meestal een lager
versleten.
1.
Schakel de aftakasschakelaar uit en zet de
rijhendels naar buiten in de P
2.
Schakel de machine uit, verwijder het
contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u
de bestuurderspositie verlaat.
3.
Verwijder de borgmoer en de bout waarmee het
zwenkwiel is bevestigd aan de zwenkwielvork.
g001297
3. Stofkap
.
ARKEERSTAND
Advertenties
Inhoudsopgave
