Figuur 67
Linker nok getoond.
1. Nok
8.
Verstel de kam voor uitlijning met de
referentiebalk voor of achter, draai de bout van
de kam dan aan.
Opmerking:
Als de nok naar rechts wordt
gedraaid beweegt de hendel naar beneden, als
de nok naar links wordt gedraaid beweegt de
hendel naar boven.
Belangrijk:
Zorg ervoor dat het vlakke
gedeelte van de nok niet boven een verticale
stand gaat (links noch rechts); anders kunt u
de schakelaar beschadigen.
9.
Monteer het achterdeksel en het kussen.
g377041
2. Bout
Onderhoud van het
maaidek
Onderhoud van de
maaimessen
Om een goed maairesultaat te verkrijgen, moet u
de maaimessen scherp houden. Om het slijpen en
vervangen te vergemakkelijken, is het handig extra
messen in voorraad te hebben.
Vóór controle en onderhoud van
de maaimessen
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en zet de
rijhendels naar buiten in de P
2.
Schakel de machine uit, verwijder het
contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u
de bestuurderspositie verlaat.
3.
Koppel de acculader los indien deze is
aangesloten.
4.
Draai de afkoppelschakelaar van de accu op
U
.
IT
De maaimessen controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1.
Controleer de snijranden.
2.
Als de randen niet scherp zijn of bramen
vertonen, moet u het maaimes verwijderen en
slijpen; zie
De maaimessen slijpen (bladz.
3.
Controleer de messen, in het bijzonder het
gebogen deel.
4.
Als u scheuren, slijtage of groefvorming in dit
deel constateert, moet u direct een nieuw mes
monteren.
1. Snijrand
2. Gebogen deel
43
ARKEERSTAND
Figuur 68
3. Slijtage/groefvorming
4. Scheur
.
44).
g006530