Bedieningsorganen
Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen
voordat u de machine start en gebruikt.
Bedieningspaneel
1. Afkoppelschakelaar van
accu
2. InfoCenter
3. Aftakasschakelaar
4. Lichtschakelaar
Contactschakelaar
De contactschakelaar heeft 2 standen: A
Schakel de machine in en uit met de
contactschakelaar; zie
(bladz. 20)
en
De machine afzetten (bladz.
Aftakasschakelaar
Gebruik de aftakasschakelaar (PTO) om de
maaimessen in en uit te schakelen of om
aangedreven werktuigen te starten en te stoppen, zie
De aftakasschakelaar bedienen (bladz.
Rijhendels
De rijhendels worden gebruikt om de motor vooruit
en achteruit te laten rijden en om bochten naar links
of naar rechts te maken.
Figuur 4
5. Contactschakelaar
6. Maaihoogtehendel
7. Referentiebalk
8. Rijhendel
en U
AN
De machine starten
20).
20).
Parkeerstand
Zet de rijhendels vanuit het midden naar buiten in de
P
ARKEERSTAND
elektrische rem in werking te stellen.
Zet de rijhendels altijd in de P
machine stopt of onbeheerd achterlaat.
Lichtschakelaar
U schakelt de verlichting in en uit met de
lichtschakelaar.
g411343
InfoCenter display
Het InfoCenter lcd-scherm toont informatie zoals de
bedrijfsstatus en diverse diagnostische- en andere
informatie over de machine.
•
Welkomscherm: toont de laadtoestand
gedurende een aantal seconden nadat u het
sleuteltje op A
.
IT
•
Laadscherm: toont het laadpercentage van de
accu en de stroomsterkte.
13
wanneer u de machine verlaat, om de
ARKEERSTAND
Figuur 5
hebt gezet.
AN
Figuur 6
Figuur 7
als u de
g373611
g360791
g360797