Figuur 27
1. Voorste referentiebalk
2. Linker rijhendel
3. Achterste referentiebalk
2.
Beweeg de rijhendels langzaam naar voren
of naar achteren. Zet 1 hendel verder dan de
andere hendel om te draaien.
Opmerking:
Hoe verder u de rijhendels in een
richting beweegt, des te sneller de machine in
die richting rijdt.
3.
Om te stoppen, zet u beide rijhendels terug in
de
NEUTRAALSTAND
4. Rechter rijhendel
5. Rechter rijhendel in de
P
ARKEERSTAND
6. Linker rijhendel in de
P
ARKEERSTAND
.
g330778
De maaihoogte instellen
U kunt de maaihoogte instellen van 38 tot 127 mm, in
stappen van 6 mm.
23
Figuur 28
g385716