Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vorstbeveiliging; Condensafvoer; Minimale Circulatie - bulex Thermosystem 80 Installatie- En Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

6.2.12 Vorstbeveiliging

Indien de aanvoertemperatuur, gemeten op de globale aanvoer NTC, beneden de 7°C daalt wordt de pomp die op de MBD is
aangesloten automatisch ingeschakeld. Mocht de temperatuur nog verder dalen (minder dan 3°C), dan gaan alle modules branden
op laaglast totdat de retourtemperatuur een waarde van 10°C bereikt heeft. Deze beveiliging is alleen bedoeld voor het toestel.
Ter bescherming van de installatie dient men
een aparte vorstthermostaat te gebruiken.

6.2.13 Condensafvoer

De sifonaansluiting (zie figuur 1) dient open op het riool aangesloten te worden. Voordat het toestel in bedrijf gesteld wordt, de sifon
vullen met leidingwater.
6.2.14 Nominale circulatie
De nominale doorstroming over het toestel zoals weergegeven in tabel 8 dient te allen tijde gewaarborgd te zijn.
Vermogen in kW
Minimaal vereiste debiet in ltrs/h
Nominaal vereiste debiet in ltrs/h
Tabel 8 Vereiste toesteldebiet, shuntpomp
De pomp is geen onderdeel van het toestel. De weerstandgrafiek van het toestel wordt weergegeven in, figuur 10.
De installateur dient op basis van de toestel gegevens en de installatiegegevens een pompkeuze te maken.
Het verdient sterk de voorkeur gebruik te maken van een pomp met variabele snelheid.
8,0
7,0
6,0
5,0
4,0
3,0
2,0
3,0
Figuur 10 Hydraulische weerstand ThermoSystem HR
80
2300
3400
80kW
120kW
4,0
5,0
6,0
120
160
3400
4600
5100
6900
160kW
200kW
Nominale waarde
7,0
8,0
9,0
Debiet (m
/h)
3
42
178
200
240
5700
6900
8600
10300
240kW
280kW
12,0
10,0
11,0
280
8000
12000

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave