13.
monteer de pin (O) op de trekstang (L)
14.
haak de stang aan de motorslede ( P)
15.
zet de beugel op zijn plaats vast met de twee schroeven ("Af-
beelding 16")
16
O
a
Controleer of de gekozen afstanden voor de installatie
van het product compatibel zijn met de grenswaarden
(zie "Afbeelding 7").
16.
bevestig de wandbeugel (J) aan de muur boven de poort of aan
het plafond ("Afbeelding 17")
17
17.
zet de beugels met twee schroeven vast aan het plafond (Q) en
houd u daarbij aan de gewenste afstand ("Afbeelding 18")
18
8 – NEDERLANDS
L
J
Q
18.
gebruik een trap om de reductiemotor op te tillen totdat de beu-
gels tegen het plafond komen
19.
teken de punten af waar geboord moet worden en leg de reduc-
tiemotor weer op de grond ("Afbeelding 19")
19
P
20.
boor gaten in de aangegeven punten
21.
gebruik een trap om de reductiemotor op te tillen tot de beugels
op de zojuist geboorde gaten liggen
22.
zet de beugels vast met schroeven en pluggen die geschikt zijn
voor het materiaal ("Afbeelding 20")
20
23.
controleer of de rail perfect horizontaal loopt en zaag daarna met
een zaagje het overtollige deel van de beugels af ("Afbeelding
21")
21