Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Eindcontroles En Start; Aansluiting Op De Voeding; Programmeren Van De Openings- En Sluitafstanden Van De Poort - Nice SPIDO Aanwijzingen Voor Installatie En Aansluiten

Verberg thumbnails Zie ook voor SPIDO:
Inhoudsopgave

Advertenties

ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Klemmen
PHOTOTEST
STOP
SbS
PHOTO
AERIAL
Opmerking 1
Er kunnen alleen inrichtingen met alleen een elektromagneet worden aangesloten.
5

EINDCONTROLES EN START

5
EINDCONTROLES EN START

5.1 AANSLUITING OP DE VOEDING

Om de reductiemotor op de netvoeding aan te sluiten hoeft u alleen de
stekker in het stopcontact te steken; gebruik eventueel een adapter als
de stekker niet past op het beschikbare stopcontact.
a
De meegeleverde voedingskabel mag niet afgesneden
of verwijderd worden.
a
Als er geen stopcontact aanwezig is, moet de aanslui-
ting op de netvoeding worden verricht door ervaren,
deskundig personeel dat in het bezit is van de vereiste
kwalificaties, met volledige inachtneming van wetten,
voorschriften en reglementen.
a
De netvoeding moet beschermd zijn tegen kortsluiting
en stroomverlies; er moet een schakelaar aanwezig
zijn waarmee de netvoeding tijdens installatie of onder-
houd van de reductiemotor kan worden uitgeschakeld
(met dezelfde stekker en stopcontact kan voldoende
zijn).
Zodra er spanning op het product komt te staan, is het raadzaam enkele
eenvoudige controles uit te voeren:
1.
controleer of de OK-led begint te knipperen met een regelmaat
van ongeveer 1 knippersignaal per seconde.
2.
wacht op het startsignaal, dat op het display wordt weergegeven
met 3 seconden knipperen van het symbool "8".
3.
controleer of het knipperlicht dat op de uitgang FLASH is aange-
sloten, uit is.
Als dit alles niet gebeurt, dient u onmiddellijk de voeding naar de bestu-
ringseenheid af te sluiten en de elektrische aansluitingen nauwkeuriger
te controleren.
Meer nuttige informatie over het opsporen en analyseren van storingen
vindt u in paragraaf "Problemen oplossen" (pag. 24).
12 – NEDERLANDS
Beschrijving
Deze uitgang kan geprogrammeerd worden (zie hoofdstuk "Instelling van de werking van PHOTOTEST" op pag.
20) voor aansluiting van een van de volgende inrichtingen: PHOTOTEST (Default), Knipperlicht, Uitgang "lampje
poort open", Zuignap [Opmerking 1], Elektrische vergrendeling [Opmerking 1], Elektrische vergrendeling [Opmerking
1], Gebruikerslicht, Radiokanaal1-4
Ingang voor inrichtingen die de beweging die bezig is blokkeren of eventueel stoppen. Door het uitvoeren van de juiste
handelingen kunt u op de ingang STOP contacten van het type "Normaal gesloten", "Normaal open" of inrichtingen
met een constante weerstand of optische inrichtingen aansluiten.
Meer informatie over STOP vindt u in paragraaf "Ingang STOP" (pag. 27).
Ingang voor inrichtingen die de beweging in de modus Stap-voor-Stap aansturen; het is mogelijk contacten van het
type "Normaal open" aan te sluiten.
Ingang voor veiligheidsinrichtingen: hierop kunnen contacten van het type "Normaal Gesloten" worden aangesloten.
Ingang voor aansluiting van de antenne voor de radio-ontvanger; de antenne is ingebouwd in het knipperlicht, het is
ook mogelijk om een externe antenne te gebruiken.
5.2 PROGRAMMEREN VAN DE OPENINGS- EN
SLUITAFSTANDEN VAN DE POORT
Functionaliteit aanwezig in het menu INSTALLATIE.
Om de automatisering op de juiste manier te kunnen bewegen, moet de
besturingseenheid eventueel aanwezige fotocellen detecteren, het type
beveiligingsinrichtingen dat op de ingang STOP is aangesloten en vervol-
gens de stopposities in het geheugen opslaan.
Voorafgaande controles:
– controleer of de riem of de ketting in de rail correct aangespannen is
– controleer de balancering van de automatisering (de poort ontgren-
deld van de motorslede moet in elke openingspositie stil blijven zijn)
– controleer of de motorslede vergrendeld is.
a
Als het tijdens de volgende procedure nodig mocht zijn
om de poort in tegenovergestelde richting te bewe-
gen, voer dan de procedure uit die beschreven wordt in
hoofdstuk "Omkeren van de draairichting van de mo-
tor" (pag. 14).
a
Als tijdens de programmering van de posities de pro-
cedure onderbroken wordt door een STOP-commando
of door interventie van PHOTO, dan wordt de beweging
gestopt en wordt de oorzaak van het stoppen aange-
geven (zie "Tabel 19"). Nadat de oorzaak is vastge-
steld, kan de procedure worden hervat vanaf het punt
waarop ze onderbroken is, door opnieuw op de toetsen
of
f
h
te drukken.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave