7.11.3.3 PROCEDURE C - Opslag van een zender door
middel van een andere, al opgeslagen zender
(opslag op afstand van de besturingseenheid)
Via deze procedure kan een nieuwe zender opgeslagen worden aan
de hand van een andere zender die al in dezelfde besturingseenheid
is opgeslagen. Hierdoor gelden voor de nieuwe zender meteen dezelf-
de instellingen van de al opgeslagen zender. De uitvoering van deze
procedure voorziet geen directe actie op de toets
besturingseenheid, maar alleen de gewone uitvoering binnen haar ont-
vangstbereik.
De procedure wordt als volgt uitgevoerd:
1.
op de zender die u in het geheugen wilt opslaan: houd de
toets die u wilt opslaan minimaal 8 seconden ingedrukt
2.
laat de toets van de zender los
3.
op de al opgeslagen zender: 3 maal de opgeslagen toets die u
wilt kopiëren indrukken en langzaam loslaten
4.
op de zender die u in het geheugen wilt opslaan: druk 1 maal
op dezelfde toets als bij punt 1 en laat hem langzaam los
5.
laat de toets van de zender los.
l
De led "LR" kan ook de volgende signaleringen geven:
1 keer snel knipperen als de zender al opgeslagen is,
6 keer knipperen als de radiocodering van de zender
niet compatibel is met die van de ontvanger van de be-
sturingseenheid, of 8 keer knipperen als het geheugen
vol is.
7.11.3.4 PROCEDURE D - ALLE opgeslagen zenders wissen
De procedure wordt als volgt uitgevoerd:
1.
op de besturingseenheid: druk op toets en houd deze inge-
i
drukt
2.
na ca. 4 seconden begint de led "LR" permanent te branden (blijf
i
de toets
3.
na ca. 4 seconden gaat de led "LR" uit (blijf de toets
ingedrukt houden)
4.
wanneer de led "LR" begint te knipperen, laat u deze 2 maal knip-
peren en laat u de toets vervolgens los precies op het ogenblik
waarop de led voor de 3e maal knippert
5.
tijdens het wissen knippert led "LR" snel
6.
de led "LR" knippert 5 maal snel om aan te geven dat het wissen
correct is uitgevoerd.
7.12 HET GEHEUGEN VERGRENDELEN EN
ONTGRENDELEN
a
LET OP! - Met deze procedure blokkeert u het geheu-
gen zodat de procedures A, B, C, en D, die beschreven
zijn in de paragraaf "Procedure voor opslag en verwij-
dering van zenders" (pag. 22) niet uitgevoerd kunnen
worden
49
LED
RADIO
LR
RADIO
i
ingedrukt houden)
DISPLAY
De procedure voor vergrendeling/ontgrendeling van het geheugen wordt
als volgt uitgevoerd:
1.
schakel de stroom naar de besturingseenheid uit
2.
druk lang op de toets
3.
schakel de voeding van de besturingseenheid weer in (houd de
toets
i
4.
na 5 seconden knippert de led "LR" 2 keer
5.
laat de toets los
van de
6.
(binnen 5 seconden) druk meerdere malen op de toets
i
– deactivering van de vergrendeling van geheugenopslag = Led
uit
– activering van de vergrendeling van geheugenopslag = Led
aan
7.
5 seconden nadat u voor het laatst op de toets hebt gedrukt,
knippert de led "LR" 2 maal traag om het einde van de procedure
aan te geven.
7.13 SPECIALE FUNCTIES
7.13.1
Functie "Altijd openen"
De functie "Altijd openen" is een eigenschap van de besturingseenheid
waardoor het mogelijk is altijd een openingsbeweging aan te sturen wan-
neer het commando "Stap-voor-Stap" langer dan 3 seconden duurt;
dit is met name nuttig om op de klem SbS het contact van een tijdscha-
kelklok aan te sluiten om de poort gedurende een bepaald tijdvak open
te houden.
Deze eigenschap is geldig ongeacht de programmering van de SbS-in-
gang, zie hoofdstuk "Instelling van de werking SbS" (pag. 21).
7.13.2
Functie "Beweeg in ieder geval"
Door deze functie is het mogelijk de automatisering ook te laten wer-
ken wanneer een van de veiligheidsinrichtingen niet goed functioneert of
i
buiten bedrijf is. De automatisering kan als volgt worden bediend in de
modus "persoon aanwezig":
1.
verzend een commando om de poort aan te drijven met een zen-
der of een sleutelschakelaar. Als alles correct werkt, zal de poort
zich regelmatig verplaatsen, ga anders verder met punt 2
2.
geef binnen 3 seconden de instructie opnieuw en houd de betref-
fende toets ingedrukt
3.
na ongeveer 2 seconden zal de poort gewenste beweging uitvoe-
ren in de modus "persoon aanwezig"; dat wil zeggen, hij blijft
bewegen zolang het commando geactiveerd blijft.
l
Wanneer de veiligheidsinrichtingen niet functioneren
geeft het knipperlicht enkele signalen om het type pro-
bleem aan te duiden. Zie het hoofdstuk "WAT TE DOEN
ALS... (handleiding voor het oplossen van problemen)"
(pag. 24) om na te gaan welk type storing er is opge-
treden.
i
ingedrukt)
i
om één van de volgende opties te kiezen:
NEDERLANDS – 23