7
PROGRAMMERING
7
PROGRAMMERING
Op de besturingseenheid zitten 4 toetsen:
h
en
i
("Afbeelding 42") die gebruikt kunnen wor-
den om de besturingseenheid te bedienen en programmeren.
De besturingseenheid beschikt daarnaast over een display met 7 seg-
menten, waarmee door de menu's genavigeerd kan wroden tijdens het
wijzigen van parameters en functionaliteiten.
42
DISPLAY
LED
RADIO
LR
7.1 GEBRUIK DE PROGRAMMEERTOETSEN
Tijdens de programmering:
f
– scrolt vooruit door het programmeringsmenu
– verhoogt de waarde van de parameter die op dat moment gewijzigd
wordt met één punt
g
– opent de configuratie van de geselecteerde parameter
– bevestigt de geselecteerde waarde
h
– scrolt achteruit door het programmeringsmenu
– verlaagt de waarde van de parameter die op dat moment gewijzigd
wordt met één punt
i
– niet gebruikt
Tijdens de normale werking:
f
– voert een opening uit
g
– stopt de lopende manoeuvre onmiddellijk
– schakelt bij stilstaande motor het gebruikerslicht uit
– opent het programmeringsmenu als de toets 5 seconden ingedrukt
wordt gehouden
h
– voert een sluiting uit
i
– hiermee kunnen radiocommando's opgeslagen worden in het geheu-
gen of geannuleerd worden
16 – NEDERLANDS
f
,
g
LK
LED OK
LS
LED STOP
7.2 PROGRAMMERING VAN DE
BESTURINGSEENHEID
Het programmeringsmenu geeft toegang tot de functionaliteiten van de
,
automatisering en biedt de mogelijkheid om de configuratie ervan te wij-
zigen.
Het menu bestaat uit 10 onderdelen waarmee een parameter geconfi-
gureerd kan worden of een specifieke procedure gestart kan worden.
De menuonderdelen lopen op een cyclische manier, ofwel na het laatste
onderdeel gaat u terug naar het eerste.
m
Toegang tot het programmeringsmenu is alleen toege-
staan als de motor stilstaat.
Om toegang te krijgen tot de programmeringsfuncties van een menu:
1.
g
houd de toets
symbool op het display gaat langzaam knipperen ("Afbeelding
43")
l
Dit symbool wordt alleen weergegeven bij de eerste
opening en is niet meer zichtbaar na een druk op de
toetsen
f
43
STOP/SET
l
Elk menuonderdeel wordt weergegeven met het inge-
schakelde puntje om het te onderscheiden van de res-
pectievelijke programmeringswaarden, die het puntje
daarentegen uitgeschakeld hebben.
2.
druk op de toetsen
menu is bereikt ("Afbeelding 44")
44
CLOSE
3.
g
druk op de toets
kelijk van de uitgevoerde functie van de parameter kan een waar-
de worden ingesteld of wordt er een specifieke procedure gestart.
Zie voor meer informatie "Tabel 4" en de volgende hoofdstukken
m
Als de actuele configuratie van een parameter met geen
enkele voorgedefinieerde waarde overeenkomt (zie de
details van elke parameter), dan wordt het symbool in
"Afbeelding 45" weergegeven. Vervolgens kunnen de
toetsen
f
waarde te veranderen en deze te vervangen door een
bekende configuratie.
ongeveer 5 seconden ingedrukt, het
of
.
h
DISPLAY
f
h
of
tot het gewenste
DISPLAY
OPEN
om de parameter te openen: afhan-
of
worden gebruikt om de
h