Helderheid aanpassen (Belichtingscompensatie)
Belichtingscompensatie wordt gebruikt om de door de camera geselecteerde
belichtingswaarde te wijzigen, zodat u beelden lichter of donkerder kunt maken.
1
Tik op het pictogram voor de
belichtingscorrectie.
2
Tik op C of D om de
belichtingscorrectiewaarde te wijzigen.
• Om het beeld lichter te maken, past u positieve (+)
belichtingscorrectie toe.
• Om het beeld donkerder te maken, past u negatieve (–)
belichtingscorrectie toe.
• U kunt ook de instelknop slepen om de waarde te wijzigen.
• Als gedurende enkele seconden geen handelingen worden uitgevoerd, keert de monitor
terug naar het opnamescherm.
3
Druk de ontspanknop in om een foto te maken.
• Om het instelscherm te verlaten zonder een foto te maken,
tikt u op J.
• Om de belichtingscorrectie te annuleren, keert u terug naar
stap 1, zet u de waarde weer op 0 en tikt u op J.
C
Waarde voor belichtingscorrectie
De belichtingscorrectiewaarde die wordt gebruikt in de stand A (auto), wordt opgeslagen in het geheugen
van de camera, zelfs als de camera is uitgezet.
Basisopname-instellingen
Belichtingscompensatie
Belichtingscompensatie
8 8
0 0
50 50 50
61