Onderwerpstand (Opname voor vastgestelde onderwerpen)
Wanneer een van de volgende onderwerpen is geselecteerd, worden de camera-
instellingen automatisch geoptimaliseerd voor het geselecteerde onderwerp.
In het opnamescherm M A (opnamestand)-knop M C Onderwerp M selecteer een onderwerp
(A26–27)
x Autom.
scènekeuzekn.
(A43)
e Nachtportret
(A44)
h Zonsondergang
(A45)
u Voedsel
(A46)
A Tekenen
(A47)
C
Een beschrijving van elke onderwerpstand weergeven (helpscherm)
Wanneer in het onderwerpselectiescherm op u wordt getikt, verschijnt
het helpselectiescherm. Tik op een onderwerppictogram om een
beschrijving van de functies van die stand weer te geven. Tik op J om
terug te keren naar het helpselectiescherm.
De instellingen voor de onderwerpstand wijzigen
• U kunt de instellingen voor de flitsstand, zelfontspanner, macro-stand en
belichtingscorrectie voor bepaalde onderwerpen wijzigen. Zie
"Standaardinstellingen" (A62) voor meer informatie.
• Als u op de tab d (A11) tikt, worden de beschikbare menuopties weergegeven.
U kunt de instellingen Beeldmodus (A64) en Aanraakopname (A39) instellen
in de onderwerpstand (de instellingen kunnen niet worden gewijzigd in bepaalde
onderwerpstanden).
- Wanneer u de instelling Beeldmodus wijzigt, wordt de nieuwe instelling
toegepast op alle opnamestanden.
- Aanraaksluiter (standaardinstelling) of Aanraak-AF/AE kunnen worden
geselecteerd voor Aanraakopname.
b Portret
(A43)
f Party/binnen
(A44)
i Schemering
(A45)
l Museum
(A47)
o Tegenlicht
(A48)
c Landschap
(A43)
Z Strand
(A45)
j Nachtlandschap
(A46)
m Vuurwerk
(A47)
U Panorama assist
(A48)
d Sport
(A44)
z Sneeuw
(A45)
k Close-up
(A46)
n Zwart-wit-kopie
(A47)
O Dierenportret
(A49)
Helpselectie
41