Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens opname)
Effecten kunnen tijdens het fotograferen op beelden worden toegepast.
In het opnamescherm M A (opnamestand)-knop M R Speciale effecten M
selecteer een effect (A26–27)
De volgende zes effecten zijn beschikbaar.
Categorie
O Zacht
P Nostalgisch sepia
F Hoogcontrast monochr. Verandert het beeld in zwart-wit en geeft het een scherp contrast.
G High-key
H Low-key
I Selectieve kleur
• Wanneer Selectieve kleur is geselecteerd, tikt u op of
sleept u de schuifknop om de te behouden kleur te
selecteren.
• Als u de gewenste kleur heeft geselecteerd, tikt u op H
om de schuifknop te verbergen. Om terug te keren naar
het kleurselectiescherm, tikt u op g.
De instellingen voor de stand speciale
effecten wijzigen
• U kunt de instellingen voor flitsstand, zelfontspanner, macro-stand en
belichtingscorrectie wijzigen. Zie "Basisopname-instellingen" (A54) voor meer
informatie.
• Tik op de tab d (A11) om de beschikbare menu-opties weer te geven. U kunt de
instellingen Beeldmodus (A64) en Aanraakopname (A39) wijzigen in de stand
Speciale effecten.
- Wanneer u de instelling Beeldmodus wijzigt, wordt de nieuwe instelling
toegepast op alle opnamestanden.
- Aanraaksluiter (standaardinstelling) of Aanraak-AF/AE kunnen worden
geselecteerd voor Aanraakopname.
50
Verzacht het beeld door een lichte waas aan het volledige beeld
toe te voegen.
Voegt een sepia toon toe en vermindert het contrast om de
eigenschappen van een oude foto te simuleren.
Geeft het volledige beeld een lichte toon.
Geeft het volledige beeld een donkere toon.
Maakt een zwart-wit-beeld waarin alleen de opgegeven kleur
behouden blijft.
Speciale effecten
Beschrijving
8 8
0 0
50 50 50