Beschikbare opties in het opnamemenu Automatisch
In de stand A (auto) kunnen de volgende opties worden
gewijzigd.
In het opnamescherm van de stand A (Automatisch) M Tik op de tab d (A11)
Optie
A Beeldmodus
q/s/r
Aanraakopname
X ISO-waarde
V Continu
W Witbalans
C
Functies die niet tegelijk kunnen worden gebruikt
Bij bepaalde functies kunnen deze instellingen mogelijk niet worden ingeschakeld (A66).
Hiermee kunt u de combinatie van beeldformaat en
beeldkwaliteit kiezen die moet worden gebruikt wanneer
beelden worden opgeslagen (A64).
De standaardinstelling is P 4608×3456.
Deze instelling wordt toegepast op andere opnamestanden.
Kies tussen Aanraaksluiter (standaardinstelling), waarmee u
de sluiter kunt ontspannen door op de monitor te tikken,
Aanraak-AF/AE, waarmee u het scherpstelveld kunt instellen
door op de monitor te tikken, en Onderwerp volgen,
waarmee het scherpstelveld wordt verplaatst om het
geregistreerde onderwerp te volgen.
Met een hogere ISO-gevoeligheid kunt u foto's maken van
donkere onderwerpen. Bovendien kunnen, zelfs bij
onderwerpen met gelijke helderheid, beelden met kortere
sluitertijden worden gemaakt, waardoor waasvorming ten
gevolge van cameratrilling en bewegingen van het onderwerp
kan worden beperkt. Wanneer de ISO-gevoeligheid is
ingesteld op Automatisch (standaardinstelling), stelt de
camera de ISO-gevoeligheid automatisch in.
Laat u toe te selecteren uit continue instellingen van
Enkelvoudig, Continu, BSS (A47) of Multi-shot 16. De
standaardinstelling is Enkelvoudig (m.a.w. er wordt slechts
één beeld tegelijk vastgelegd). In Continu, wanneer de
ontspanknop ingedrukt wordt gehouden, worden tot 6
beelden gemaakt aan een snelheid van ongeveer 1,3 beelden
per seconde (bps) wanneer Beeldmodus is ingesteld op
P 4608×3456.
Hiermee kunt u de kleuren van het beeld aanpassen aan de
lichtbron, zodat de kleuren eruit zien zoals het oog ze
waarneemt. Hoewel Automatisch (standaardinstelling) kan
worden gebruikt voor de meeste soorten licht, kan de witbalans
worden aangepast aan de toestand van de lucht of aan de
lichtbron, waardoor het beeld meer natuurlijke kleurtinten krijgt.
Zet de flitsstand (A55) op c (Uit) wanneer de witbalans is
ingesteld op een andere instelling dan Automatisch en Flitser.
A (Auto)-stand gebruiken
Beschrijving
A
64
E35
E42
E43
E44
39