Overschrijd nooit de gespecificeerde testdrukken. Controleer
de toegestane testdrukken in de instructies en de ontwerp-
drukken op de kenplaat van de unit.
Gebruik geen lucht voor lektesten. Gebruik hiervoor alleen
droge stikstof.
Een koudemiddelleiding of vat mag nooit worden gelast
of doorgebrand voordat alle koudemiddel (vloeistof en
damp) uit de machine zijn verwijderd. Dampsporen moeten
worden verwijderd met droge stikstof en de ruimte moet
goed worden geventileerd. Wanneer koudemiddel in contact
komt met open vuur ontstaan er toxische gassen.
Op de opstellingsplaats moet de nodige beveiligingsappara-
tuur beschikbaar zijn en brandblusapparatuur voor het
systeem en het gebruikte type koudemiddel moet voor-
handen zijn.
Koudemiddel mag niet worden overgeheveld.
Vermijd dat koudemiddel in contact komt met de huid en
ogen. Draag een veiligheidsbril. Krijgt u toch koudemiddel
op de huid, was dit dan direct af met water en zeep. Als er
koudemiddel in de ogen komt dan moeten de ogen onmid-
dellijk gespoeld worden met water. Raadpleeg direct een arts.
Gebruik nooit vuur of stoom om een koudemiddelcilinder
te verwarmen. Er kan dan gevaarlijke overdruk ontstaan.
Als koudemiddel moet worden verwarmd, gebruik dan
alleen warm water.
Bij het verwijderen en opslaan van koudemiddel moeten de
van toepassing zijnde voorschriften worden gevolgd. Deze
voorschriften voor het conditioneren en terugwinnen van
HFK's onder optimale kwaliteitscondities voor de producten
en optimale veiligheidscondities voor personen, goederen
en het milieu worden beschreven in norm NFE 29795.
Afpompen en terugwinnen van koudemiddel moet worden
uitgevoerd met gebruik van een terugwinunit. Een 3/8"
SAE connector op de handbediende afsluiter in de vloeistof-
leiding wordt met alle units meegeleverd voor aansluiting
op de terugwinunit. Het is niet noodzakelijk modificaties
aan de unit uit te voeren. Alle aftap- en bijvulaansluitingen
voor koude koudemiddel en olie zijn in het ontwerp mee-
genomen. Bij modificaties vervalt de productverantwoor-
delijkheid van de fabrikant. Zie ook de officiële maatschetsen
van de units.
Wegwerp cilinders mogen nooit worden hergebruikt of
opnieuw gevuld. Dit is gevaarlijk en illegaal. Wanneer de
cilinders leeg zijn, evacueer de resterende gasdruk, draai
de kop los, en schroef de klepsteel los en gooi hem weg.
Niet verbranden!
Verwijder nooit bevestigingsmateriaal, componenten, etc.
terwijl de machine onder druk is of in werking. Zorg dat de
overdruk op 0 kPa ligt alvorens het koudemiddelcircuit te
openen.
Deze handelingen (openen of sluiten van een koudemiddel-
afsluiter) mogen alleen worden uitgevoerd door gekwali-
ficeerd personeel en bij volledig afgeschakelde unit.
OPmERKING: De unit mag nooit afgelaten worden met
de vloeistofafsluiter in gesloten stand omdat zich vloeibaar
koudemiddel kan bevinden tussen deze afsluiter en het
expansieorgaan. Door uitzetting van opgesloten vloeibaar
koudemiddel kan schade en een onveilige situatie ontstaan.
Probeer niet om ontlastkleppen te repareren wanneer cor-
rosie of vervuiling (roest, vuil, schilfers etc.) in het klephuis
of het mechanisme is aangetroffen. Vervang de klep. monteer
ontlastkleppen niet in serie of achterstevoren.
VOORZICHTIG: GA NIET op koudemiddelleidingen
STAAN. Gebroken leidingen gaan zwiepen en kunnen dan
persoonlijk letsel veroorzaken.
ATTENTIE: Over de unit, of delen ervan, mag niet worden
gelopen. Componenten en leidingwerk moeten regelmatig
worden gecontroleerd en indien nodig gerepareerd of
vervangen.
Klim niet op een machine. gebruik een platform of stellage.
Gebruik hulpmiddelen (kraan, lift etc.) bij transporteren,
hijsen en plaatsen van grote componenten als compressoren
of platenwarmtewisselaars. Gebruik deze hulpmiddelen
ook als er gevaar bestaat dat u uitglijdt of uw evenwicht
verliest, zelfs wanneer componenten licht zijn.
Gebruik bij vervanging alleen onderdelen die oorspronke-
lijk in de machine zijn toegepast. Zie hiervoor de onder-
delenlijst. Deze is op aanvraag beschikbaar.
Tap geen watercircuits af die industriële brijn bevatten
zonder toestemming van de daartoe bevoegde autoriteiten.
Sluit de waterintrede en uittredeafsluiters en ontlucht het
watercircuit alvorens werkzaamheden aan de componenten
in het circuit uit te voeren (gaasfilter, pomp, stromings-
schakelaar etc.).
Controleer regelmatig alle afsluiters, bevestigingsmateriaal
en leidingen op corrosie, roest, lekkage en schade.
5