Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Waterleiding Aansluitingen; Voorzorgsmaatregelen En Aanbevelingen - Carrier 30RA 040 Montagehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

9 - WatErLEIDING aaNsLUItINGEN

Zie de met de unit meegeleverde maatschetsen voor afme-
tingen en plaats van alle waterintrede- en uittrede aanslui-
tingen. De waterleidingen mogen geen radiale of axiale
torsie op de warmtewisselaars uitoefenen of trillingen over-
brengen op het leiding-werk of het gebouw.
De kwaliteit van het toevoerwater moet worden geanaly-
seerd. Zo nodig kan het water worden voorbehandeld of
kunnen filters, regelapparatuur, afsluiter en aftapventielen
worden ingebouwd.
Controleer vóór de inbedrijfstelling dat de warmtewisselaar
geschikt is voor de materialen en de coating van het water-
circuit.
Controleer, bij toevoeging van additieven of andere vloei-
stoffen anders dan die door Carrier worden aanbevolen, dat
de vloeistoffen niet als gassen worden beschouwd, en dat ze
behoren tot klasse 2, zoals gedefinieerd in richtlijn 97/23/EC.
Carrier aanbevelingen voor warmtewisselaar vloeistoffen:
Geen NH
4+
ionen in het water, deze zijn namelijk zeer
schadelijk voor koper. Dit is een van de bepalende fac-
toren voor de levensduur van koperen leidingen. Zelfs
door enkele tienden ppm wordt het koper in de loop
der tijd ernstig gecorrodeerd.
Cl
ionen zijn schadelijk voor koper met het risico van
-
perforaties als gevolg van corrosie. Houd dit zo moge-
lijk lager dan 300 ppm.
SO
ionen kunnen perforerende corrosie veroorzaken
2-
4
bij een gehalte van meer dan 300 ppm.
Geen fluoride ionen (<0.1 ppm).
Er mogen geen Fe
en Fe
2+
gehaltes opgeloste zuurstof aanwezig zijn. Opgelost
ijzer < 5 ppm met opgeloste zuurstof < 5 ppm.
Opgeloste silicone: silicone is een zuurelement van
water en kan ook tot corrosie leiden. Gehalte < 15 ppm.
Water hardheid: > 0,5 mmol/l. Waarden tussen 1,0 en 2,5
mmol/l worden aanbevolen. Dit vergemakkelijkt kalk-
afzetting die de corrosie van koper kan beperken. Te
hoge waarden kunnen in de loop der tijd tot verstopping
van de leidingen leiden. Een totale alkaliteit (TAC)
beneden 350 ppm gewenst.
Opgeloste zuurstof: plotselinge wijzigingen in het water
zuurstofgehalte moeten worden vermeden. Het is net
zo schadelijk om zuurstof aan het water te onttrekken
door het te mengen met inert gas als teveel zuurstof
toe te voeren door het te mengen met pure zuurstof.
Het verstoren van de zuurstoftoevoer condities leidt
tot destabilisatie van koper hydroxiden en vergroting
van deeltjes.
Specifieke weerstand - elektrische geleidbaarheid: hoe
hoger de specifieke weerstand, hoe langzamer de cor-
rosievorming. Een neutrale omgeving is bevorderlijk
voor de maximum specifieke weerstandwaarden. Voor
elektrische geleidbaarheid worden waarden tussen 20
en 60 mS/m aanbevolen.
pH: ideale pH neutraal bij 20-25°C = pH 7-8
ionen met aanzienlijke
3+
ATTENTIE: Vullen, bijvullen of aftappen van het water-
circuit mag alleen worden uitgevoed door gekwalificeerd
personeel met behulp van gereedschap en stoffen die
geschikt zijn voor het product. Vulapparatuur wordt niet
meegeleverd.
Bijvullen en aftappen van warmtewisselaar vloeistof moet
gebeuren met behulp van door de installateur in het water-
circuit aan te brengen voorzieningen. Vul nooit warmte-
wisselaar vloeistof bij rechtstreeks in de warmtewisselaars.

9.1 - voorzorgsmaatregelen en aanbevelingen

Bij het ontwerp van het watercircuit moet er rekening mee
worden gehouden dat er zo min mogelijk bochten en hori-
zontale leidingen op verschillende niveaus voorkomen.
Hieronder zijn de belangrijkste punten genoemd:
Houd rekening met de waterintrede- en wateruittrede
aansluitingen van de unit.
Monteer handbediende of automatische ontluchtings-
afsluiters op alle hoge punten in het watercircuit.
Pas een expansievat of expansieventiel/ontlastklep toe
om de druk in het systeem te handhaven.
In units met hydro module zijn het expansievat en de
ontlastklep ingebouwd.
Monteer aftapafsluiters op alle lage punten, zodat het
hele systeem kan worden afgetapt.
Monteer afsluiters in de intrede en uittrede waterlei-
dingen nabij de koeler.
Gebruik flexibele verbindingen om overbrenging van
trillingen op het leidingwerk te voorkomen.
Voer een lektest uit en isoleer dan alle leidingen om
warmteverlies en condensaatvorming te voorkomen.
Als de unit is opgesteld op een plaats waar de water-
leidingen kunnen bevriezen, plaats dan een elektrische
lintverwarming op het aan te leggen leidingwerk naar
de unit.
Als de externe waterleidingen zich bevinden op een
plaats waar temperaturen kunnen voorkomen beneden
0°C, dan moeten deze leidingen worden geïsoleerd en
moet een elektrische verwarming worden gemonteerd.
De waterleidingen in de machine zijn beveiligd tot -20°C.
Breng vóór het vullen van het systeem het expansievat op de
juiste voordruk. Eventueel kan de voordruk met stikstof
worden verhoogd (zie ook tabel 4, Technische gegevens).
OPmERKING: Voor units zonder hydro module moet
een gaasfilter zo dicht mogelijk bij de warmtewisselaar
worden gemonteerd, op een plaats die goed toegankelijk
is voor verwijderen en reinigen.
De maasgrootte van dit filter moet 1,2 mm zijn.
Na de eerste inbedrijfstelling kan de platenwarmtewisse-
laar snel vervuilen omdat hij de filterfunctie deels over-
neemt. Hierdoor kan de goede werking van de unit nadelig
worden beïnvloed (verlaagd waterdebiet door verhoogd
drukverlies).
Controleer alvorens het systeem in gebruik te nemen dat de
watercircuits zijn aangesloten op de juiste warmtewisse-
laars (d.w.z. dat koeler en warmteterugwincondensor niet
zijn verwisseld).
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave