1 - INLEIDING
Alvorens de units 30RA in bedrijf worden gesteld, moeten
deze instructies bekend zijn bij alle personen die betrokken
zijn bij montage, inbedrijfstelling, bediening en onderhoud
van de apparatuur.
De 30RA units zijn ontworpen voor betrouwbaar en veilig
bedrijf binnen de ontwerp-condities. Gebruik bij de toepas-
sing van deze apparatuur uw gezond verstand en neem de
gebruikelijke veiligheidsmaatregelen om schade aan appa-
ratuur, materieel of persoonlijk letsel te voorkomen. Zorg
dat u de in deze instructies opgenomen procedures en
veiligheidsrichtlijnen begrijpt en opvolgt.
Deze brochure geeft een overzicht om u bekend te maken
met het regelsysteem voordat de units in bedrijf worden
gesteld. De procedures in deze instructies zijn geplaatst in de
juiste volgorde voor een goede inbedrijfstelling en werking.
ATTENTIE: In verband met de veiligheid en gezondheid
van gebruikers, onderhoudspersoneel en derden, dient bij
het installeren van de apparatuur rekening te worden
gehouden met hetgeen de ARBO-wet voorschrijft. O.a.
voldoende afstand tussen de unit en bijv. de dakrand is
van groot belang.
Voor standaard units is bestendigheid tegen aardbevingen
niet geverifieerd.
Zie de conformiteitsverklaringen van deze producten om
te controleren of ze voldoen aan de Europese richtlijnen
(machineveiligheid, laagspanning, elektromagnetische
compatibiliteit, apparatuur onder druk, etc.).
1.1 - Veiligheidsinstructies voor montage
Deze machine moet worden opgesteld op een plaats die niet
toegankelijk is voor het publiek en beveiligd tegen toegang
door onbevoegden.
Na aflevering van de unit, nadat hij klaar is om te worden ge-
monteerd of opnieuw gemonteerd, moet hij op schade worden
gecontroleerd. Controleer dat het koudemiddelcircuit on-
beschadigd is. Met name dat er geen componenten of leidin-
gen zijn verschoven (bijv. door schokken). Voer in geval van
twijfel een lektest uit en overleg met de fabrikant of het
circuit niet permanent is beschadigd. Meld eventuele schade
onmiddellijk telefonisch aan Carrier BV en laat de vervoer-
der een aantekening maken op de vrachtbrief. De zending
is door Carrier BV tot de aankomst op het werk verzekerd.
Laat skids, pallets of beschermende verpakking op hun
plaats tot de unit op zijn definitieve plaats staat. Deze units
kunnen worden verplaats een vorkheftruck zolang de vorken
zich op de juiste plaats en richting op de unit bevinden.
De units kunnen ook worden gehesen met hijsstroppen,
aangebracht op de hoekpunten van de basis van de unit.
De units mogen niet van bovenaf worden gehesen. Gebruik
hijsstroppen die voldoende sterk zijn voor het gewicht van
de unit en volg altijd de hijsinstructies op de met de unit
meegeleverde officiële maatschetsen.
Veiligheid wordt alleen gegarandeerd wanneer deze instruc-
ties nauwkeurig worden opgevolgd. Wanneer dit niet gebeurt
kan schade aan de apparatuur of lichamelijk letsel van
personeel het gevolg zijn.
Dek nooit beveiligingen af.
Dit heeft betrekking op de overstortafsluiter in het water-
circuit en de overstortafsluiter(s) in het/de koudemiddel-
circuit(s).
Controleer, alvorens de unit in bedrijf te nemen, dat de
overstortafsluiters correct zijn gemonteerd.
In bepaalde gevallen is/zijn overstortafsluiter(s) gemonteerd
op een kogelafsluiter. Deze kogelafsluiters zijn in de fabriek
voorzien van een verzegeling in de open positie. Deze
methode van monteren geeft de mogelijkheid de overstort-
afsluiter voor inspectie te verwijderen zonder verlies van
koudemiddel. De overstortafsluiters zijn ontworpen en
geïnstalleerd als brandbeveiliging. Het verwijderen van
deze beveiliging is alleen toegestaan wanneer het brandrisico
geheel onder controle is. Het verwijderen van de overstort
valt onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker.
Alle in de fabriek geïnstalleerde overstortafsluiters zijn
voorzien van een verzegeling om wijzigingen in de afstelling
te voorkomen. In het kader van de huidige Regeling Lek-
dichtheid Koelinstallaties wordt iedere koudemiddelzijdige
overstortafsluiter gecombineerd met een breekplaat die de
werking niet verstoort. Tevens is er een tussenmeetpunt
geplaatst om lekkage te constateren. Indien de overstort-
afsluiters op een wisselafsluiter zijn geplaatst, dan dient
deze wisselafsluiter altijd in de stop positie te zijn geplaatst
zodat slechts een van de twee overstortafsluiters dienst
doet. Plaats de wisselafsluiter nooit in de midden positie.
De wisselafsluiter biedt de mogelijkheid om een overstort-
afsluiter te demonteren voor inspectie en onderhoud waar-
bij de tweede overstortafsluiter actief is.
Wanneer koudemiddel overstortafsluiters afblazen in de
ruimte en er gevaar onstaat voor personen en goederen,
dan dienen de koudemiddel overstortafsluiters te worden
aangesloten op ventilatieleidingen.
De EN378 geeft in ANNEX E hiervoor een praktische
limiet in kg koudemiddel per m
mag in de lucht worden afgeblazen, echter ver verwijderd
van de luchttoevoer van het gebouw.
Zie voor periodieke controle van de overstortafsluiters
hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor onderhoud".
Zorg voor voldoende ventilatie. De ophoping van koude-
middel in een afgesloten ruimte kan leiden tot zuurstof-
gebrek en daardoor tot ademnood, verstikking of explosies.
Inhaleren van hoge concentraties koudemiddeldamp is
schadelijk en kan leiden tot hartritmestoornissen, bewuste-
loosheid en de dood. Damp is zwaarder dan lucht en ver-
mindert de beschikbare hoeveelheid zuurstof om te ademen.
Koudemiddel veroorzaakt oog- en huidirritaties.
ruimte. Dit koudemiddel
3
3