Diagnostische codes in verband
met de temperatuurregeling
KENNISGEVING
Om schade aan de tiptoetsen te voorkomen, kunt
u beter niet met scherpe voorwerpen zoals pennen,
kunststof kaarten of vingernagels op de toetsen
drukken.
De diagnostische codes in verband met de
temperatuurregeling verschijnen op de
temperatuurdisplay.
Deze alarmsignalen schakelen de verwarming uit. E99
wordt automatisch gewist wanneer de communicatie
hersteld wordt. Codes E03 tot E06 kunnen gewist
worden door te drukken op
codes, zet u de hoofdschakelaar UIT
AAN
om te wissen.
E01: Hoge vloeistoftemperatuur
Oorzaken van E01-fouten
•
Thermokoppel A of B (310) detecteert een
vloeistoftemperatuur boven 110°C (230°F).
•
De sensor voor de vloeistoftemperatuur (VTS)
detecteert een vloeistoftemperatuur boven
110°C (230°F).
•
Oververhittingschakelaar A of B (308) detecteert een
vloeistoftemperatuur boven 110°C (230°F) en gaat
open. Bij 87°C (190°F) sluit de schakelaar opnieuw.
•
Thermokoppel A of B (310) werkt niet, is beschadigd,
raakt het verwarmingselement (307) niet of
heeft een slechte verbinding met de
temperatuurregelingskaart.
•
Oververhittingschakelaar A of B (308) werkt niet
in de open positie.
•
De temperatuurregelingskaart kan geen
verwarmingszone uitzetten.
•
Stroomkabels of thermokoppels zijn veranderd
van de ene zone naar de andere.
•
Defect verwarmingselement waar thermokoppel
geïnstalleerd is.
•
Draad los
•
Enkel in verwarmingsapparaten model 8 kW:
Jumperkabel op J1-connector, tussen module (3)
en display (4), is los of verkeerd bedraad.
312429W
. Voor de andere
en dan
Diagnostische codes in verband met de temperatuurregeling
Code
Codenaam
01
Hoge
vloeistoftemperatuur
02
Hoge zonestroom
03
Geen zonestroom met
slangverwarming aan
04
VTS niet verbonden
05
Oververhitting kaart
06
Communicatiekabel niet
aangesloten op module
99
Communicatieverlies
Enkel voor de slangzone, als de VTS niet
verbonden is bij het opstarten, zal de display
de slangstroom 0 A tonen.
Controles
Bij het opheffen van storingen in deze apparatuur
kan toegang vereist zijn tot onderdelen die
elektrische schokken of ernstige letsels kunnen
veroorzaken als de reparatie niet goed uitgevoerd is.
Laat alle elektrische werkzaamheden verrichten
door een gediplomeerd elektricien. Zorg ervoor
dat u de stroomtoevoer uitschakelt voor de
reparatiewerkzaamheden.
Controleer welke zone de E01-fout vertoont.
1. Controleer dat de connector B goed is aangesloten
aan op de temperatuurregelmodule
(zie F
. 8, blz. 36).
IG
2. Maak de aansluitingen schoon en sluit
ze opnieuw aan.
3. Controleer de aansluitingen tussen de
temperatuurregelmodule en de
oververhittingschakelaars A en B (308), en tussen
de temperatuurregelmodule en thermokoppels A en
B (310) of VTS (21) [afhankelijk van welke zone de
defectcode E01 vertoont]. Zie T
Controleer of alle kabels goed verbonden zijn met
connector B.
Alarmzone
Pagina met
correctieve
acties
Individueel
9
10
Individueel
Individueel
10
Individueel
11
11
Individueel
Individueel
11
A
16
6, blz. 36.
ABEL
9