E21: Geen drukomzetter
component A
1. Controleer de aansluiting J3 van drukomzetter A
op de motorbesturingskaart, zie blz. 34, en reinig
de contacten.
2. Wissel de A- en B-drukomzetteraansluitingen om.
Als de fout naar drukomzetter B gaat (E22), vervang
dan drukomzetter A, zie blz. 35. Als de fout niet
beweegt, vervang dan de motorbesturingskaart,
zie blz. 33.
E22: Geen drukomzetter
component B
1. Controleer de aansluiting J8 van drukomzetter B
op de motorbesturingskaart, zie blz. 34, en reinig
de contacten.
2. Wissel de A- en B-drukomzetteraansluitingen om.
Als de fout naar drukomzetter A gaat (E21), vervang
dan drukomzetter B, zie blz. 35. Als de fout niet
beweegt, vervang dan de motorbesturingskaart,
zie blz. 33.
E23: Hoge vloeistofdruk
1. Ontlast de druk. Controleer de lage druk met
analoge meters. Zet de hoofdschakelaar UIT
en dan AAN
bestaan, voer dan de onderstaande controles uit.
2. Als het drukverschil is ingesteld op Waarschuwing
in plaats van Alarmsignaal (zie blz. 33), zal een E23
plaatsvinden. Zie E24: Drukverschil voor oorzaken
en controles.
312429W
. Als de fout blijft
Diagnostische codes in verband met de motorbesturing
E24: Drukverschil
De eerste maal dat het systeem wordt opgestart,
zal deze diagnostische code geen alarmsignaal
veroorzaken gedurende 2 minuten.
Indien het drukverschil tussen componenten
A en B de waarde van 3,5 MPa (35 bar, 500 psi)
overschrijdt, zal een E24 optreden. Deze
standaardwaarde kan aangepast worden;
zie bedieningshandleiding.
E24 kan een alarmsignaal of waarschuwing zijn,
zoals gewenst. Zet de DIP-schakelaar op de
motorbesturingskaart op AAN voor alarm en op
UIT voor waarschuwing. Zie blz. 33.
Snelle E24-fouten
Snelle E24-fouten treden op:
•
binnen 10 seconden na het inschakelen van
de pompen, of
•
zodra u de trekker van het pistool intrekt.
Oorzaken van snelle E24-fouten
•
Een kant van het pistool is verstopt.
•
Een drukomzetter functioneert niet.
•
Pompafdichtingen of keerklep beschadigd.
•
Geen voedingsdruk of leeg materiaalvat.
•
Verstopt verwarmingselement.
•
Verstopte slang.
•
Verstopte verdeler.
•
Een DRUKONTLASTING/SPUIT-klep lekt
of is ingesteld op DRUKONTLASTING/
CIRCULATIE
Controles op snelle E24-fouten
Controleer als een snelle E24-fout optreedt eerst
de analoge manometers.
•
Als de gemeten drukwaarden heel dicht bij
elkaar liggen:
1. Wis de fout (blz. 12) en probeer de eenheid
opnieuw te laten draaien.
2. Als E24 opnieuw optreedt en de aflezingen op de
manometers nog steeds dicht bij elkaar liggen,
dan is een van de drukomzetters defect.
.
13