4. Als weer een snelle E24-fout optreedt en de
drukaflezingen niet erg dicht bij elkaar liggen:
a. Controleer en reinig de pistoolinlaatschermen.
b. Controleer en reinig de stootpoorten evenals de
middelste poort van de mengkamers van het
pistool. Zie de handleiding van het pistool.
Sommige mengkamers hebben stootpoorten met
een afschuining. Hiervoor zijn twee boormaten
nodig om ze goed schoon te boren.
Trage E24-fouten
Trage E24-fouten vinden geleidelijk plaats. De drukken
zijn in evenwicht wanneer u begint te spuiten, maar
dit evenwicht gaat langzaam verloren tot een E24
plaatsvindt.
Oorzaken van trage E24-fouten
•
Een kant van het pistool is gedeeltelijk verstopt.
•
De doseerpomp van zijde A of B werkt niet
goed meer.
•
De voedingspomp van zijde A of B werkt niet
goed meer.
•
De ingestelde druk van de voedingspomp van zijde
A of B is te hoog.
•
Het inlaatscherm van de doseerpomp van zijde
A of B is verstopt.
•
De slang is niet goed verwarmd.
•
Gebogen toevoerslang.
•
De bodem van het vat is beschadigd, waardoor de
inlaat van de voedingspomp geblokkeerd raakt.
•
Het vat heeft geen ontluchting.
E27: Hoge motortemperatuur
Oorzaken van E27-fouten
•
Motortemperatuur is te hoog. Verlaag de druk,
pistooltopgrootte of verplaats de Reactor naar een
koudere locatie. Laat de machine één uur afkoelen.
•
Zorg ervoor dat de luchtstroom van de ventilator niet
belemmerd wordt. Zorg ervoor dat de
motor/ventilatorkap geïnstalleerd is.
•
Controleer dat de draden van de oververhitting-
schakelaar van de motor zijn aangesloten op J9
van de motorbesturingskaart, zie blz. 34.
•
Als bovenstaande controles het probleem niet
oplossen, voer dan volgende tests uit:
312429W
Diagnostische codes in verband met de motorbesturing
1. Zet de hoofdschakelaar UIT
2. Laat de motor volledig afkoelen. Controleer de
continuïteit tussen pennen 1 en 2 op connector
J9 op de motorbesturingskaart, blz. 33. Als de
weerstand oneindig is, is de thermoschakelaar
van de motor of de kabelhuls defect. Controleer
de bedrading, meet de continuïteit van de
thermoschakelaar aan de motor en vervang
het defecte deel.
3. Koppel de motor los van J9 op de
motorbesturingskaart. Installeer de jumper over
pennen 1 en 2 op de kaart. Als de fout nog steeds
plaatsvindt, vervang dan de motorbesturingskaart.
4. Als fout E27 nog steeds optreedt, zit het probleem
in de motorbesturingskaart.
E30: Kortstondig
communicatieverlies
Als de communicatie verloren gaat tussen de display
en de motorbesturingskaart, zal de display normaal
gesproken E99 tonen. De motorbesturingskaart zal
E30 registreren (de rode LED zal 30 keer knipperen).
Wanneer de communicaties opnieuw tot stand gebracht
worden, kan de display kort E30 weergeven (niet meer
dan 2 seconden). Als de display continu E30 toont, is er
een losse verbinding waardoor de communicatie tussen
de display en de kaart herhaaldelijk verloren gaat en
opnieuw hersteld wordt.
E31: Storing omkeerschakelaar
pomplijn/schakelt te vaak
Storing van een pomplijnschakelaar of schakel-
mechanisme kan leiden tot te vaak schakelen, waardoor
een E31 plaatsvindt. Vervang de schakelaar of het
schakelmechanisme. Zie Pompen schakelen niet naar
andere richting, blz. 27.
E31 kan ook optreden als het systeem is aangepast
voor een hogere materiaalstroom.
.
15