Opheffen van storingen
Doseersysteem
Alvorens enige procedure voor het opheffen van
storingen uit te voeren:
1. Ontlast de druk, zie blz. 28.
PROBLEEM
De doseerpomp houdt bij
stilstand de druk niet vast.
Materiaalverschil. Zie
Druk-/materiaalverschil,
blz. 26.
24
OORZAAK
Pompzuiger of inlaatklep lekt. 1. Kijk op de manometers om te zien welke pomp
Verstopping bij pistool.
Onvoldoende pompopbrengst;
cavitatie.
Drukontlastings-/circulatieklep
lekt terug naar toevoer.
2. Zet de hoofdschakelaar UIT
3. Laat de apparatuur afkoelen.
Problemen
Probeer de aanbevolen oplossingen in de opgegeven
volgorde voor elk probleem, om niet onnodig reparaties
uit te voeren. Bepaal of alle stroomonderbrekers,
schakelaars en knoppen goed ingesteld zijn en of de
bedrading correct is alvorens aan te nemen dat er een
probleem is.
OPLOSSING
druk verliest.
2. Bepaal in welke richting de pomp is vastgelopen
door te kijken welk indicatielampje van de
richtingsklep brandt. Zie Tabel 2, blz. 26 om het
probleem af te zonderen.
3. Repareer de klep; zie pomphandleiding 312068.
Reinig het pistool; zie afzonderlijke pistoolhandleiding.
Vergroot vloeistoftoevoer naar doseerpomp:
•
Gebruik een 2:1 toevoerpomp
•
Gebruik een toevoerslang met minstens
19 mm (3/4 inch) binnenmaat, zo kort als
praktisch werkbaar
Vloeistof is te dik. Raadpleeg uw materiaalleverancier
voor de aanbevolen vloeistoftemperatuur om een
viscositeit van 250 tot 1.500 centipoise te behouden.
Reinig het inlaatfilterscherm, zie blz. 45.
Versleten klepkogel/zitting of pakking van de
pompinlaat. Vervang, zie pomphandleiding 312068.
Verwijder de retourleiding en bepaal of er nog stroming
is in SPUIT
modus.
.
312429W