Download Print deze pagina

Olympus E-510 Handleiding pagina 30

Advertenties

• De beeldstabilisator kan geen grote bewegingen van de camera corrigeren of bewegingen van
de camera die optreden als de sluitertijd op de langste tijd is ingesteld. In die gevallen raden wij
het gebruik van een statief aan.
• Bij het gebruik van een statief zet u [IMAGE STABILIZER] op [OFF].
• Als u een lens gebruikt met een beeldstabilisatiefunctie schakel dan de beeldstabilisatie van de
lens of van de camera uit.
• Als u de camera uitschakelt, kan dit een beeldstabilisatiefunctie starten. De camera trilt dan voor
deze functie, dit is geen storing.
• Een rode q op de monitor geeft de fout van de beeldstabilisatorfunctie weer. Als u zo een
foto maakt, is de compositie eventueel uit. Neem contact op met uw geautoriseerde
servicecentrum van Olympus.
Als scherpstellen op het onderwerp niet lukt (scherpstelgeheugen)
3
De autofocus van de camera kan eventueel niet scherpstellen op het onderwerp als het onderwerp
zich niet in het midden van het beeld bevindt. Als dit gebeurt, kunt u het beste het scherpstelgeheugen
(focus lock) gebruiken.
1
Pas het AF-kader aan
het scherp te stellen
onderwerp en druk de
ontspanknop half in tot
het AF-teken verschijnt.
• De ingestelde scherpstelling
wordt vastgehouden. Het
AF-teken en en het AF-kader
verschijnen in de zoeker.
• Als het AF-teken nog steeds
knippert, drukt u de
ontspanknop opnieuw half in.
• Terwijl de ontspanknop ingedrukt is, verdwijnt het scherm met het bedieningspaneel.
2
Beweeg naar de gewenste samenstelling met half
ingedrukte ontspanknop en druk de knop dan
helemaal in.
• De indicatie-LED Dataverkeer knippert terwijl de foto op het
geheugenkaartje wordt opgeslagen.
Als het onderwerp een geringer contrast heeft dan zijn
omgeving
Als het contrast van het onderwerp gering is, als bijvoorbeeld de belichting niet voldoende is of het
onderwerp door mist niet goed zichtbaar is, kan er niet scherp gesteld worden. Stel scherp
(scherpstelgeheugen) op een onderwerp met een hoog contrast dat even ver van de camera
verwijderd is als het onderwerp dat u wilt fotograferen, kies daarna de gewenste uitsnede en maak de
opname.
AE bracketing (belichting variëren)
De camera neemt automatisch meerdere opnamen en belicht hierbij elke opname telkens een beetje
anders. Zelfs in situaties waarbij het moeilijk is om een juiste belichting te krijgen (bijv. bij tegenlicht of
in het halfduister), kunt u uit de serie foto's met verschillende belichtingsinstellingen (belichtings- en
correctiewaarden) de foto kiezen die u het beste bevalt. De foto's worden in deze volgorde gemaakt:
Foto met optimale belichting, foto met belichtingscorrectie in de richting -, foto met belichtingscorrectie
in de richting +.
30
NL
x Opmerkingen
Ontspanknop
Indicatie-LED Dataverkeer
AF-kader
AF-teken

Advertenties

loading