TIPS
De sluitertijdindicatie blijft knipperen, ook al hebt u de diafragmawaarde veranderd:
Als bij een snelle sluitertijd de sluitertijdaanduiding knippert, zet u de ISO-lichtgevoeligheid op een
lagere waarde, of gebruikt u een apart verkrijgbaar ND-filter (Neutral Density- of grijsfilter) om de
hoeveel-heid invallend licht te temperen. g "ISO – De gewenste lichtgevoeligheid instellen" (Blz. 48)
Hebt u een trage sluitertijd ingesteld en de sluitertijdaanduiding blijft knipperen, dan zet u de ISO-licht-
gevoeligheid op een hogere waarde. g "ISO – De gewenste lichtgevoeligheid instellen" (Blz. 48)
De scherptediepte bij de ingestelde diafragmawaarde controleren:
Zie "Preview-functie" (Blz. 29)
S: Sluitertijdvoorkeuze
De camera kiest automatisch de diafragmawaarde die past bij de sluitertijd die u hebt ingesteld. Stel de
sluitertijd in voor het soort effect dat u wilt bereiken. Met snelle sluitertijden kunt u snelbewegende
onderwerpen toch scherp op de foto krijgen, terwijl u met een trage sluitertijd bewegingsonscherpte
krijgt, waarmee u een gevoel van snelheid of beweging kunt oproepen.
Een korte sluitertijd kan
een snelle actie
"bevriezen" zonder
bewegingsonscherpte.
Zet de functieknop op S en draai de regelaar om
de sluitertijd in te stellen.
• Bij het verdraaien van de regelaar wordt de
sluitertijd in stappen van 1/3 EV gewijzigd.
U kunt ook de stappen veranderen met de
voorkeursinstellingen.
g "EV-stap" (Blz. 67)
Weergave in de zoeker als de ontspanknop half
ingedrukt is.
Sluitertijd
AF-teken
Belichtingsfunctie
Zoeker
* Welke diafragmawaarde hierbij gaat knipperen, hangt af van het type lens en de brandpuntsafstand
van de lens.
TIPS
De foto is onscherp:
Tijdens macro- en telefoto-opnamen is het risico groot dat u de camera niet stil genoeg houdt
waardoor de opname onscherp wordt. Om dit te voorkomen, kiest u een snellere sluitertijd, of
gebruikt u een statief met 1 of 3 poten.
De diafragmawaarde blijft knipperen, ook al hebt u de sluitertijd veranderd:
Als hoogst mogelijke diafragmawaarde blijft knipperen, zet u de ISO-lichtgevoeligheid op een lagere
waarde, of gebruikt u een apart verkrijgbaar ND-filter (Neutral Density- of grijsfilter) om de hoeveel-
heid invallend licht te temperen. g "ISO – De gewenste lichtgevoeligheid instellen" (Blz. 48)
Als laagst mogelijke diafragmawaarde blijft knipperen, zet u de ISO-lichtgevoeligheid op een
hogere waarde. g "ISO – De gewenste lichtgevoeligheid instellen" (Blz. 48)
Langere sluitertijd
• Als laagst mogelijke diafragmawaarde blijft
knipperen*, is er geen correcte belichting mogelijk
(onderbelicht). Kies een langere sluitertijd.
• Als hoogst mogelijke diafragmawaarde blijft
Diafragmawaarde
knipperen*, is er geen correcte belichting mogelijk
(overbelicht). Kies een snellere sluitertijd.
Door een langere
sluitertijd wordt een
opgenomen snelle actie
onscherp. Deze
onscherpte roept het
gevoel van een
dynamische beweging op.
Kortere sluitertijd
3
27
NL