Druk op MENU/OK en 915 om de verbindings-
modus te selecteren. Kies met / Auto (DHCP) of
handmatig en bevestig dit met OK (vooraf inge-
steld is Auto (DHCP), in een ad hoc netwerk moet u
handmatig kiezen).
²
De automatische instelling van IP-adres en
subnet-masker kan op de aangesloten net-
werk-PC's even duren.
Als u handmatig selecteert, moet u het IP-adres en
het subnet-masker handmatig invoeren:
a
Het IP-adres is het adres van het apparaat in het
netwerk. Dit mag niet met het IP-adres van de PC
of van andere netwerkcomponenten overeenstem-
men, moet echter in hetzelfde IP-gebied liggen.
Het IP-adres vindt u in de netwerkinstellingen van
uw PC.
Druk op MENU/OK en 916. Toets het IP-
adres in (bijvoorbeeld 192.168.001.××× – de eerste
drie cijfergroepen zijn het IP-gebied, deze gegevens
moeten met het IP-adres op uw PC overeenstem-
men. De laatste drie plaatsen bepalen het indivi-
duele IP-adres van het apparaat. U kunt een wil-
lekeurig getal tussen 000 en 255 intoetsen. Dit
getal moet in het netwerk echter uniek zijn en mag
op geen andere PC resp. geen ander netwerkcom-
ponent voorkomen. Bevestig dit met OK.
b
Het subnet-masker geeft in een netwerk met gate-
way of router aan of de betreffende gegevenspak-
ketten aan een interne ontvanger in het netwerk
geadresseerd zijn of deze naar een ontvanger buiten
het netwerk verstuurd moeten worden. Het subnet-
masker vindt u in de netwerkinstellingen van uw
PC. Druk op MENU/OK en 917. Toets het
subnet-masker in (bijvoorbeeld 255.255.255.000).
Bevestig dit met OK.
Hostnaam intoetsen
Met de hostnaam wordt uw multifunctioneel apparaat
bij het netwerk aangemeld. De invoer van een naam
is optioneel; als u de fabrieksinstelling niet verandert,
wordt het apparaat als Crystal aangemeld. Druk op
MENU/OK en 918. Toets een willekeurige host-
naam in en bevestig dit met OK.
²
Alle gegevens moeten met de instellingen op
de PC en op alle andere aangesloten PC's of
op het access point (gateway, router) overeen-
stemmen. Het radiokanaal, de netwerknaam
(SSID), de WEP-sleutel en het subnet-masker
moeten overeenstemmen; het IP-adres moet in
hetzelfde IP-gebied liggen, maar moet in het
netwerk uniek zijn. De benodigde inlichtingen
vindt u in de netwerkinstellingen van uw PC.
50
Printerdrivers installeren
Nadat u uw multifunctionele apparaat hebt voorbereid,
moet u de Companion Suite IH met de benodigde prin-
terdrivers installeren. Hebt u de software nog niet geïnstal-
leerd, kies dan de gebruikersgedefinieerde installatie van
de Companion Suite IH (zie Installatie van afzonder-
lijke toepassingen (gebruikersgedefinieerd)). Kies tijdens
de installatie Netwerk printing als soort verbinding.
Hebt u de Companion Suite IH reeds geïnstalleerd,
dan kunt u de set-up van de installatie-CD opnieuw
starten en Herstellen selecteren. U kunt ook op de PC
op Start > Alle programma's > Companion Suite >
Companion Suite IH > Een apparaat toevoegen of
verwijderen klikken.
Selecteer Installeer een netwerk printer en bevestig
dit met Volgende.
Selecteer de Crystal en klik op Geselecteerde prin-
ter installeren.
Netwerkbericht afdrukken
U kunt een overzicht van alle netwerkinstellingen af-
drukken. Druk op MENU/OK en 95. Het net-
werkbericht wordt afgedrukt.
Fabrieksinstellingen terugzet-
ten
Met de functie 919 kunt u de fabrieksinstellingen te-
rugzetten.
Druk op MENU/OK en 919.
1
Kies met / zeker: ja, en bevestig dit met
2
OK. Alle WLAN-instellingen worden op de fa-
brieksinstellingen teruggezet.
2. Netwerken