Tabel 4.1
Configuratie-instructies
Scherm-
knoppen
Kalibreer het instrument na afronding van de configuratie en voorafgaand aan het eerste gebruik van het
apparaat (zie
"Nulstelling, kalibratie, bumptest, reactie- en
Bediening
Het volgende is van toepassing in de bedieningsmodus:
Door achtereenvolgens kort op de aan-uit-modusknop ( ) te drukken kan de gebruiker door de
bedieningsmodus-lus bladeren.
U kunt de nulstelling, kalibratie en bumptest alleen uitvoeren als deze taken zijn ingesteld als
toegankelijk in de bedieningsmodus.
U kunt de piek-, TWA- en STEL-waarden (indien ingeschakeld voor toegang in de bedieningsmodus)
bekijken en wissen. Wanneer een beknopte uitlezing wordt gewist, wordt de waarde ervan, evenals de
tijdgerelateerde instelling, weer op nul gesteld.
De knoppen worden over het algemeen als volgt gebruikt:
• Druk op
om door de bedieningsmodus-lus te bladeren.
• Druk op
om een taak te starten of een waarde te wissen.
• U kunt
lang ingedrukt houden om een permanent alarm te resetten; een ingeschakeld
permanent alarm wordt hierdoor niet uitgeschakeld.
• Wanneer u
en
• Wanneer er 30 seconden lang geen knop wordt ingedrukt, wordt het startscherm geactiveerd,
tenzij anders aangegeven.
Tabel 4.2 beschrijft de bedieningsmoduslus. Bij elk scherm worden aanwijzingen over het gebruik van de
knoppen gegeven.
Schermbeschrijving
Wat de knoppen doen
Gaswaarschuwing inschakelen
Dit scherm toont de status-, alarm-, vergrendelings-, configuratie- en gAS-pictogrammen,
evenals de huidige instelling die wordt weergegeven in het hoofdgedeelte. De technicus kan de
gaswaarschuwingsfunctie in- of uitschakelen. Wanneer deze functie is ingeschakeld, krijgt de
gebruiker een melding wanneer een gedetecteerde gasconcentratie mogelijk een alarmniveau
nadert.
Waarden:
0 = gaswaarschuwing uitschakelen
1 = gaswaarschuwing inschakelen
Hiermee verhoogt u de waarde.
Druk eenmaal op de knop om de weergegeven waarde op te slaan en het volgende
configuratiemodusscherm te activeren.
tegelijkertijd drie seconden lang indrukt, voert het apparaat een zelftest uit.
hersteltijdtests").
36