Tabel 4.1
Configuratie-instructies
Scherm-
knoppen
Schermbeschrijving
Wat de knoppen doen
Altijd aan
Dit scherm toont de status-, vergrendelings-, configuratie- en batterijpictogrammen. De
technicus kan deze functie in- of uitschakelen.
Wanneer de functie is ingeschakeld, is de veiligheidscode van het apparaat (mits deze niet 000
is) vereist om de uitschakelprocedure uit te voeren.
Waarden:
0 = uitgeschakeld
1 = ingeschakeld
Hiermee verhoogt u de waarde.
Druk eenmaal op de knop om de weergegeven waarde op te slaan en het volgende
configuratiemodusscherm te activeren.
Uitschakelen tijdens alarm
Dit scherm toont de status-, alarm-, vergrendelings-, OFF- (UIT), configuratie- en
batterijpictogrammen, evenals de geselecteerde instelwaarde die wordt weergegeven in het
hoofdgedeelte. De technicus kan de gebruiker al dan niet toestaan om het apparaat tijdens een
alarm uit te schakelen.
Waarden:
0 = voorkomt uitschakeling
1 = uitschakelen toegestaan
Hiermee verhoogt u de waarde.
Druk eenmaal op de knop om de weergegeven waarde op te slaan en het volgende
configuratiemodusscherm te activeren.
Dodebandwaarde
Elke sensor heeft een dode-bandwaarde, waardoor deze een lage gashoeveelheid (of
gasgebrek) kan meten. Als deze instelling wordt ingeschakeld en de streefgasmeetwaarde daalt
tot in het 'dode-bank' bereik, geeft het instrument nul aan in plaats van de actuele gaswaarde.
Dit scherm toont de status-, db- en configuratiepictogrammen, evenals de huidige instelling die
wordt weergegeven in het hoofdgedeelte. De technicus kan het instrument zodanig instellen dat
een van twee waarden wordt weergegeven voor gasuitlezingen die binnen de "dode band" van
een sensor vallen: de waarde van de uitlezing of een nul.
Waarden:
0 = dode band uitschakelen: altijd actuele gasmeetwaarde weergeven.
1 = dode band inschakelen: nul weergeven als de meetwaarde in het dode-bandbereik komt.
Hiermee verhoogt u de waarde.
Druk eenmaal op de knop om de weergegeven waarde op te slaan en het volgende
configuratiemodusscherm te activeren.
Alarmen terwijl in dock
Dit scherm toont de status-, alarm-, vergrendelings-, configuratie- en dOC-pictogrammen,
evenals de huidige instelling die wordt weergegeven in het hoofdgedeelte. De technicus kan
deze instelling in- of uitschakelen.
Waarden:
0 = alarmen uitschakelen wanneer in dockingstation
1 = alarmen inschakelen wanneer in dockingstation
Hiermee verhoogt u de waarde.
Druk eenmaal op de knop om de weergegeven waarde op te slaan en het volgende
configuratiemodusscherm te activeren.
35