Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vorstbeveiliging - Trane CXAX Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor CXAX Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Vorstbeveiliging

Als de unit blootstaat aan omgevingstemperaturen beneden
0°C, moet het gekoeldwatersysteem beschermd zijn tegen
bevriezing met een van de onderstaande opties:
1. Verwarmingselementen
a. Verwarmingselementen kunnen af fabriek zijn geïnstalleerd
op de verdamper en de waterleidingen; ze beschermen tegen
bevriezing tot een omgevingstemperatuur van -18°C.
EN
b. Breng aan de buitenzijde van de unit isolatietape aan op
alle waterleidingen, pompen en andere componenten die
beschadigd kunnen raken bij bevriezing. De isolatietape moet
geschikt zijn voor gebruik bij lage omgevingstemperaturen.
Kies de isolatietape op basis van de te verwachten laagste
omgevingstemperatuur.
OF
2. Antivriesmiddel
a. Voeg antivries toe aan het gekoeldwatersysteem.
De oplossing moet krachtig genoeg zijn om ijsvorming bij de
te verwachten laagste omgevingstemperatuur te voorkomen.
Opmerking: bij gebruik van antivriesvloeistof loopt de
koelcapaciteit van de unit terug. Houd hier rekening mee
bij het opstellen van de systeemspecifi caties.
3. Waterpomp
a: De regelaar van de koelmachine kan de pomp starten
om bevriezing te voorkomen. Deze functie moet worden
bevestigd, de pomp moet worden geregeld door de unit en
de kleppen in het watercircuit moeten altijd open zijn. Deze
beveiliging is voldoende om de unit te beschermen indien
het watercircuit afneemt. Geadviseerd wordt om een bypass
te installeren.
Indien de omgevingstemperatuur onder de -18°C komt, moet
het watercircuit tegen bevriezing worden beschermd.
Voeg antivriesvloeistof toe en activeer de isolatietape op de
unit; schakel de unit niet uit.
Om de volgende redenen wordt niet aangeraden om het
watercircuit af te tappen.
1. Er zal zich roest vormen in het watercircuit, waardoor de
levensduur wordt verkort.
2. Er zal water achterblijven op de bodem van de
plaatwarmtewisselaars en er kan vorstschade optreden.
Opmerking: Als de waterpompregeling wordt ingeschakeld
via de regelaar van de koelmachine zal deze vragen de pomp
van de klant te starten zodra de omgevingsluchttemperatuur
onder het vriespunt is.
LET OP! Vul het systeem nooit met zuivere glycol als
antivriesmiddel. Vul het systeem altijd met een verdunde
oplossing. De maximum glycolconcentratie is 40%. Bij een
hoger glycolgehalte wordt de afdichting van de pomp
aangetast.
Opmerking: Vul geen geconcentreerde glycol bij bij de
pompaanzuiging, hierbij bestaat een groot risico op
beschadiging van de afdichting van de pomp.
Indien in de winter het water wordt afgetapt om bevriezing
te voorkomen, moeten de verdamperverwarmingen worden
losgekoppeld zodat deze niet door oververhitting kunnen
verbranden.
CG-SVX027C-NL
Mechanische installatie
Opmerking: De combinatie van de waterpompregeling
en verwarming beschermt de verdamper bij elke
omgevingstemperatuur mits er stroom is voor de pomp
en de -regelaar. Deze optie beschermt de verdamper NIET
bij een stroomstoring van de koelmachine tenzij er back-
upstroom naar de noodzakelijke onderdelen gaat.
De garantie vervalt in geval van bevriezing die het gevolg is
van het niet toepassen van een van deze beschermingen.
Instelpunt lage koeltemperatuur en instelpunt vorstbeveiliging
instelpunt op regelaar koelmachine
LET OP! De koelmachine is af fabriek standaard ingesteld.
Het kan nodig zijn de verzadigingstemperatuur bij lage druk
en het instelpunt voor vorstbeveiliging op de regeling van de
unit te wijzigen. Op grond van de volgende voorbeelden is
het noodzakelijk de volgende instellingen op de regeling van
de koelmachine aan te passen:
• De verzadigingstemperatuur bij lage druk (LRTC)
• Het instelpunt van de vorstbeveiliging (LWTC)
Voorbeelden:
Voor:
• 7°C moet de LRTC-instelling -4°C zijn bij een instelpunt van
de vorstbeveiliging van 2°C
• 2°C moet de LRTC-instelling -9°C zijn bij een instelpunt van
de vorstbeveiliging van -4°C
• -12°C moet de LRTC-instelling -23°C zijn bij een instelpunt
van de vorstbeveiliging van -17°C
Vorstbeveiliging met glycol
Het is verplicht een antivriesmiddel te gebruiken bij een
instelpunt voor het uittredende water lager dan of gelijk aan
5°C. Om een voorbeeld te geven, voor een brijntemperatuur
van -4°C is een concentratie van 25% ethyleenglycol niet
voldoende. De concentratie moet 28% ethyleenglycol of 33%
propyleenglycol zijn.
Gebruik van glycol met hydraulische module
Indien het glycolbrijnpercentage niet de aanbevolen waarde
(gearceerde gebied) heeft, is de corrosieremmer die in de
glycol zit, mogelijk niet effi ciënt genoeg. Bijvoorbeeld een
glycolconcentratie van 15% kan de unit tot -5°C tegen vorst
beschermen, maar kan ook extra corrosie veroorzaken.
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave