Aftappen
Plaats de unit bij een afvoeropening die groot genoeg is
om de waterkast te laten leeglopen in geval van reparatie of
buitengebruikstelling van de unit. De verdamper is af fabriek
voorzien van aftapaansluitingen. Zie "Waterleidingen" . Neem
alle lokale en nationale voorschriften in acht.
Leidingen
Aan de bovenkant van de verdamper aan de retourzijde
bevindt zich een ontluchter. Zorg voor extra ontluchters op
hoge punten in de leidingen om het gekoeldwatersysteem te
kunnen ontluchten. Plaats manometers om de druk van het
in- en uittredende koelwater te bewaken.
Afbeelding 3 - Unit met hydraulische module
1 = Manometers: deze tonen de druk van in - en uittredende
water.
2 = Doseerklep: past de waterstroom aan.
3 = Tijdens het ontluchten wordt de lucht tijdens het vullen uit
het watercircuit verwijderd.
4 = Stopkleppen: deze isoleren de koelers en de
watercirculatiepomp tijdens onderhoudswerkzaamheden.
5 = Thermometers: deze tonen de temperatuur van het
gekoelde water bij intrede en uittrede.
6 = Expansiecompensatoren: deze voorkomen mechanische
spanning tussen de koelmachine en de leidingen.
7 = Stopklep op uitlaataansluiting: deze meet de
waterdrukinlaat of -uitlaat van de verdamper.
8 = Filter: dit voorkomt dat de warmtewisselaars vuil worden.
Iedere installatie moet voorzien zijn van goede fi lters,
zodat alleen schoon water in de wisselaar komt. Als er
een fi lter ontbreekt, kan de koelmachine niet door de
Trane monteur in bedrijf worden gesteld. Het gebruikte
fi lter moet alle deeltjes tegenhouden met een doorsnede
groter dan 1 mm.
9 = Aftapklep: voor het aftappen van de
plaatwarmtewisselaar.
10 = Start de unit niet bij een te laag watervolume of
onvoldoende druk in het circuit.
Opmerking: Bij het pomppakket is geen
drukschakelaaronderdeel de detectie van een tekort aan
water inbegrepen. De installatie van een dergelijk onderdeel
wordt sterk aangeraden om schade aan de afdichting als
gevolg van pompwerking bij een watertekort te voorkomen.
CG-SVX027C-NL
Mechanische installatie
Installeer afsluitventielen in de leidingen naar de meters
zodat deze van het systeem kunnen worden afgesloten
wanneer ze niet worden gebruikt. Gebruik rubber
trillingsdempers om trillingsoverdracht via de waterleidingen
te voorkomen. Installeer, indien gewenst, thermometers in de
leidingen om temperatuur van het in- en uittredende water te
kunnen bewaken. Installeer een doseerklep in de leiding van
het uittredende water om de waterdoorstroming te kunnen
regelen. Installeer afsluitventielen aan de kant van zowel het
in- als uittredende water zodat de verdamper kan worden
geïsoleerd bij onderhoudswerkzaamheden. Controleer of
alle apparatuur en regelaars die het watersysteem en de unit
optimaal en bedrijfsveilig laten functioneren, aanwezig zijn.
Minimale waterinhoud voor installatie
Het watervolume is een belangrijke parameter omdat
hierdoor een constante gekoeldwatertemperatuur wordt
aangehouden en de compressoren geen korte cycluswerking
nodig hebben.
Parameters die de stabiliteit van de watertemperatuur
beïnvloeden
• Watercircuitvolume
• Schommelingen in belasting
• Aantal vermogensstappen
• Draairichting compressoren
• Neutrale zone (afgesteld op regeling koelmachine)
• Minimale tijd tussen 2 starts van een compressor
Minimaal watervolume voor een comforttoepassing
Voor een comforttoepassing is een fl uctuatie van de
watertemperatuur toegestaan bij gedeeltelijke belasting.
De parameter waar rekening mee moet worden
gehouden, is de minimale bedrijfstijd van de compressor.
Om smeerproblemen met een scrollcompressor te
voorkomen moet deze tenminste 2 minuten (120 seconden)
draaien voordat hij stopt.
19