Foto ist te licht of te donker
Als u foto's in de stand S of A maakt, knippert eventueel de weergegeven sluitertijd of het
diafragma op het schemr met het bedieningspaneel of in de zoeker. Een rood display betekent dat
de juiste belichting niet kan worden bereikt. Als u de foto zo neemt, wordt de foto te licht of te donker.
Als dat gebeurt, verandert u het diafragma of de sluitertijd.
g "A: Diafragmavoorkeuze" (blz. 26), "S: Sluitertijdvoorkeuze" (blz. 27)
Onbekende heldere puntjes verschijnen op het onderwerp van de gemaakte
foto
Dit kan worden verootzaakt door vastgeraakte pixel(s) op de CCD. Voer [PIXEL MAPPING] uit.
Als het probleem niet is opgelost, herhaalt u Pixel Mapping een paar keer. "Pixel mapping –
Controleren van de beeldbewerkingsfuncties" (g blz. 91)
Aanvullende fotografeertips en -gegevens
Het aantal foto's dat gemaakt kan worden, verhogen
Het opgenomen beeld wordt op het geheugenkaartje opgeslagen. Hieronder wordt beschreven hoe
u meer beelden kunt opslaan.
• Verander de beeldkwaliteit.
De grootte van een beeld is afhankelijk van de beeldkwaliteit. Als u niet zeker weet hoeveel
plaats er op het kaartje beschikbaar is, verandert u de beeldmodus en neemt u de foto. Hoe
kleiner het [PIXEL COUNT] en hoe groter de [COMPRESSION], des te kleiner wordt de
afmeting van het beeld. U kunt deze allebei in [SQ] van de beeldkwaliteit selecteren.
g "De beeldkwaliteit selecteren" (blz. 43)
• Gebruik een kaartje met een grote opslagcapaciteit.
Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen is afhankelijk van de capaciteit van het
kaartje. Gebruik een kaartje met een grote opslagcapaciteit.
8
Gebruik van een nieuw kaartje
Als u een kaartje gebruikt van een andere merk dan Olympus of een kaartje met een andere
toepassing, zoals voor een computer, wordt de melding [CARD FULL] weergegeven. Om het
kaartje met deze camera te gebruiken, dient u de [FORMAT]-functie te gebruiken om het kaartje te
formatteren. g "De geheugenkaart formatteren" (blz. 93)
Gebruiksduur van de batterij verlengen
Door uitvoering van een van de volgende handelingen terwijl u geen foto's maakt, kan de
batterijvoeding uitgeput raken.
• Het herhaaldelijk half indrukken van de ontspanknop.
• Herhaaldelijk weergeven van de opgenomen beelden gedurende een lange periode.
Schakel de camera uit wanneer deze niet gebruikt wordt om de batterij te sparen.
Functies die niet vanuit menu's geselecteerd kunnen worden
Het is mogelijk dat sommige functies niet geselecteerd kunnen worden vanuit de menu's als de
pendelknop gebruikt wordt.
• Functies die niet ingesteld kunnen worden met de huidige stand Fotograferen
• Functies die niet ingesteld kunnen worden vanwege een functie die al is ingesteld:
Combinatie van [MACRO] en [FLASH MODE], etc.
86
NL