Belichtingscorrectie – De helderheid van het beeld variëren
Soms kunt u betere resultaten krijgen als u de belichting die de camera heeft berekend, handmatig
bijregelt. Vaak komen heldere onderwerpen (zoals sneeuw) donkerder op de foto dan ze in feite zijn.
Door een beetje over te belichten (belichtingscorrectie richting +) gaan deze tinten eruitzien zoals
ze in werkelijkheid zijn. Op dezelfde wijze kunt u de tinten van donkere onderwerpen corrigeren,
maar nu in de richting -. U kunt de belichting stapsgewijs corrigeren binnen een bereik van
–5,0 EV tot +5,0 EV.
–2.0 EV
Terwijl u de F-knop (belichtingscorrectie) ingedrukt houdt,
stelt u met regelaar de gewenste waarde van de
belichtingscorrectie in.
• Interval van EV-stap van 1/3 EV.
Belichtingscorrectie-indicatie
1/3 EV
• Als de belichtingscorrectie buiten de schaalverdeling van de belichtingscorrectie-indicator valt,
verschijnt v w in het rood aan de linker- en rechterrand van de indicator.
• Bij een belichtingscorrectie met de waarde 0 verschijnt de belichtingscorrectie-indicatie niet.
• Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de standen M en g.
±0
Scherm met het
bedieningspaneel
x Opmerkingen
+2.0 EV
Zoeker
Belichtings-
correctie-
waarde
49
NL
3