3
Gebruik p om [<EASY] of [<CUSTOM] te
selecteren.
Als u [<EASY] selecteert
• Ga naar "Eenvoudig printen" (blz. 75).
Als u [<CUSTOM] selecteert
• [ONE MOMENT] verschijnt terwijl camera en printer met
elkaar verbonden worden. Ga naar "Printen volgens de specificatie van de klant" (blz. 75).
• Als het scherm na een paar minuten niet verschijnt, koppelt u het USB-kabeltje los start u
opnieuw vanaf stap 1.
Eenvoudig printen
1
Gebruik bd om de foto's op de camera weer te geven die u wilt
printen.
• Geef de foto die u wilt printen op de camera weer en sluit de
camera met behulp van een USB-kabeltje op een printer aan.
Het scherm rechts verschijnt korte tijd.
2
Druk op de knop < (print).
• Het instelmenu voor het selecteren van de foto verschijnt als
het printen is voltooid. Om een andere foto te printen, gebruikt
u bd om het beeld te selecteren en drukt u op de <-knop.
• Om af te sluiten, koppelt u het USB-kabeltje los van de camera terwijl het instelmenu voor
selecteren van de foto wordt weergegeven.
Printen volgens de specificatie van de klant
1
Volg de bedieningsaanwijzingen op voor het instellen van een printoptie.
Printfunctie selecteren
Selecteer de manier van printen (printfunctie). De beschikbare printfuncties staan hieronder
vermeld.
[PRINT]
Print geselecteerde foto's.
[ALL PRINT]
Print u alle beelden die opgeslagen zijn op het kaartje en maakt van elke foto
een print.
[MULTI PRINT]
Print meerdere kopieën van dezelfde foto als afzonderlijke beelden op een
enkel blad.
[ALL INDEX]
Print een index van alle beelden die op het kaartje zijn opgeslagen.
[PRINT ORDER] Print overeenkomstig de printreservering die u gemaakt heeft. Als er geen foto
met printreservering bestaat, is deze functie niet beschikbaar. (g blz. 72)
De eigenschappen van het printpapier instellen
Deze instelling varieert afhankelijk van het type printer. Als alleen de STANDAARD-instelling
van de printer beschikbaar is, kunt u de instelling niet wijzigen.
x Opmerkingen
Volg de hier getoonde
bedieningsaanwijzingen.
6
75
NL