• Op het scherm met het bedieningspaneel verschijnt de belichtingsmeter die het verschil aangeeft
(binnen een bereik van –3 EV tot +3 EV) tussen de belichting volgens uw huidige instelling
(diafragma en sluitertijd), en de optimale belichting zoals de camera die heeft berekend.
Ruis in foto's
Tijdens het fotograferen met een lange sluitertijd kan er ruis op het scherm verschijnen. Deze
verschijnselen kunnen optreden als in delen van het beeldopneemelement die normaliter niet aan
licht worden blootgesteld, kleine elektrische stromen worden opgewekt die de temperatuur in het
beeldopneemelement of in de elektronica van het beeldopneemelement doen stijgen. Dit kan ook
gebeuren als u met een hoog ingestelde ISO-waarde fotografeert in een omgeving waar een hoge
temperatuur heerst. Om deze ruis te reduceren, activeert de camera de ruisonderdrukking.
g "Ruisonderdrukking" (blz. 55)
Tijdopnamen
Bij een tijdopname maakt u een foto waarbij de sluiter open blijft staan zolang u de ontspanknop
ingedrukt houdt. Zet de sluitertijd op [BULB] in de stand M. U kunt ook tijdopnamen maken met
een apart verkrijgbare afstandsbediening (RM-1).
g "Tijdopnamen met de afstandsbediening" (blz. 42)
TIPS
De foto is onscherp
Het gebruik van een statief met 1 of 3 poten wordt aanbevolen bij het fotograferen met een
lange sluitertijd.
Preview-functie
Als u het diafragma gebruikt, verschijnt in de zoeker de bij de huidige
diafragmawaarde horende scherptediepte (het gebied tussen het
dichtstbijzijnde en het verste punt dat als "scherp" wordt waargenomen).
Om ervoor te zorgen dat de preview-functie door indrukken van de <-
knop werkt, moet eerst de functie van de <-knop op het menu worden
ingesteld.
g "; FUNCTION" (blz. 68)
Druk op de <-knop om de preview-functie te gebruiken.
Onderbelichting
Overbelichting
Optimale belichting
Belichtings-
meter
<-knop
29
NL
3