Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Boston Scientific SMARTFREEZE Gebruikershandleiding pagina 62

Inhoudsopgave

Advertenties

Tabel 2 Elektromagnetische immuniteit (vervolg)
Opmerking 1: Bij 80 MHz en 800 MHz is het hoogste frequentiebereik van toepassing.
Opmerking 2: Deze richtlijnen gelden mogelijk niet in alle situaties. Elektromagnetische voortplanting wordt beïnvloed door
absorptie en reflectie door structuren, voorwerpen en personen.
a. De veldsterkte van vaste zenders, zoals basisstations voor radiotelefoons (GSM/draadloos) en mobiele radio's,
amateurradio's, AM- en FM-radio-uitzendingen en tv-uitzendingen, kan theoretisch niet nauwkeurig worden voorspeld.
Om de elektromagnetische omgeving als gevolg van vaste RF-zenders te bepalen, dient een elektromagnetisch onderzoek
van de locatie te worden overwogen. Wanneer het gemeten veldvermogen op de plaats waar de SmartFreeze™ console
wordt gebruikt het hierboven vermelde toepasselijke RF-nalevingsniveau overschrijdt, moet de SmartFreeze™ console
worden geobserveerd om te controleren of het apparaat normaal werkt. Wanneer een onregelmatige prestatie wordt
geobserveerd, zijn mogelijk aanvullende maatregelen nodig, zoals het opnieuw richten of plaatsen van
de SmartFreeze™ console.
b. Bij het frequentiebereik 150 kHz tot 80 MHz dienen de veldvermogens minder dan 3 V/m te zijn.
Tabel 3 Scheidingsafstanden
Aanbevolen scheidingsafstanden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en de
SMARTFREEZE™-cryoablatiesysteemconsole
De SmartFreeze-cryoablatiesysteemconsole is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin uitgestraalde
RF-storingen kunnen worden beheerst. De klant of gebruiker van de console van het SMARTFREEZE-cryoablatiesysteem kan
elektromagnetische interferentie helpen voorkomen door een minimumafstand aan te houden tussen draagbare en mobiele RF-
communicatieapparatuur (zenders) en de console van het SMARTFREEZE-cryoablatiesysteem. Deze afstand kan aan de hand
van het maximumvermogen van de communicatieapparatuur worden berekend.
Uitgestraald
maximumvermogen
zender
(W)
0,001
0,1
1
10
100
Voor zenders met een maximaal nominaal uitgangsvermogen dat hierboven niet is vermeld, kan de aanbevolen tussenafstand
d in meter (m) worden bepaald uit de vergelijking die van toepassing is op de frequentie van de zender, waarbij P het maximale
nominale uitgangsvermogen van de zender is in watt (W) volgens de fabrikant van de zender.
Opmerking 1: Bij 80 MHz en 800 MHz geldt de afstand voor het hogere frequentiebereik.
Opmerking 2: Deze richtlijnen gelden mogelijk niet in alle situaties. De voortplanting van elektromagnetische golven wordt
beïnvloed door absorptie en reflectie van constructies, voorwerpen en personen.
Opmerking 3: Bekende bronnen van elektromagnetische storingen zoals diathermie, lithotripsie, elektrocauterisatie, RFID,
elektromagnetische antidiefstalsystemen en metaaldetectoren kunnen de werking van dit hulpmiddel verstoren. Gebruik
dit hulpmiddel niet in de nabijheid van dergelijke andere hulpmiddelen of neem andere handelingen om interferentie te
minimaliseren, zoals het verplaatsen van de hulpmiddelen verder weg van dit hulpmiddel.
Black (K) ∆E ≤5.0
Scheidingsafstand afhankelijk van de zenderfrequentie
(m)
150 kHz tot 80 MHz
d = 1,2√P
0,12
0,38
1,2
3,8
12
80 MHz tot 800 MHz
d = 1,2√P
0,12
0,38
1,2
3,8
12
62
800 MHz tot 2,5 GHz
d = 2,3√P
0,24
0,73
2,3
7,3
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave