a. Selecteer de numerieke waarde naast Cooling Timer To (Koeltimer naar). Stel de
koeltimer in op de gewenste temperatuur met behulp van de pijlen omhoog/omlaag in
het venster Settings (Instellingen). De koeltijdtimer op het behandelingsscherm stopt
wanneer de temperatuur deze preset bereikt.
b. Selecteer de numerieke waarde naast Thaw Timer To (Ontdootimer naar). Stel de
ontdooitimer in op de gewenste temperatuur met behulp van de pijlen omhoog/omlaag
in het venster Settings (Instellingen). De Thaw Time timer (Timer afkoelingstijd) op het
behandelingsscherm stopt wanneer de temperatuur de preset in dit veld bereikt.
c. Selecteer de numerieke waarde naast de Low Ablation Temperature
(Onderste ablatietemperatuur). Stel de onderste ablatietemperatuur in op de
gewenste temperatuur met behulp van de pijlen omhoog/omlaag. De lijn in de
temperatuurgrafiek op het behandelingsscherm verandert van blauw in rood tijdens
de ablatiefase als de temperatuur het in dit veld ingestelde punt bereikt.
d. Selecteer de numerieke waarde naast de High Ablation Temperature
(Bovenste ablatietemperatuur). Stel de bovenste ablatietemperatuur in op de
gewenste temperatuur met behulp van de pijlen omhoog/omlaag. De lijn in de
temperatuurgrafiek op het behandelingsscherm verandert van blauw in rood tijdens
de ablatiefase als de temperatuur het in dit veld ingestelde punt bereikt.
e. Selecteer de numerieke waarde naast de Esophagus Temperature
(Slokdarmtemperatuur). Stel de slokdarmtemperatuur in op de gewenste temperatuur
met behulp van de pijlen omhoog/omlaag. Wanneer de temperatuur het in dit
veld ingestelde punt bereikt, knippert de temperatuur van de slokdarm op het
behandelingsscherm rood, knippert een rode rand rond het scherm, en knippert de
titelbalk van de temperatuurgrafiek rood met een hoorbare melding (Afbeelding 8). De
waarschuwing kan worden weergegeven tijdens vullen, ablatie en ontdooien.
Black (K) ∆E ≤5.0
Afbeelding 7. Venster Settings (Instellingen)
18