3. Selecteer Advanced (Geavanceerd). De voorgedefinieerde
instellingen worden weergegeven in de lijst rechts naast
Automatic (Automatisch).
4. Selecteer de meest geschikte instelling in de lijst voor de soort
document of afbeelding die u wilt afdrukken.
Voor gebruikers van Mac OS 9
1. Open het dialoogvenster Basic Settings (Basisinstellingen).
2. Selecteer Advanced (Geavanceerd). De voorgedefinieerde
instellingen worden weergegeven in de lijst rechts naast
Automatic (Automatisch).
104
De printersoftware voor Macintosh gebruiken
1
2