7.
Het gebruikerslicht begint eenmaal per seconde te knippe-
ren (1Hz) om aan te geven dat de VERPLICHTE procedure
"Automatisch zoeken van krachten" moet worden uit-
gevoerd. Controleer tijdens het "Automatisch zoeken van
krachten" of er eventuele montage- en afstellingsdefecten
zijn of andere onregelmatigheden, zoals punten met een
grotere wrijving
8.
Start een bewegingscommando (bijvoorbeeld: via ingang
"Sbs", "OPEN") om "Automatisch zoeken van krach-
ten" te starten: er worden 3 complete cycli uitgevoerd. Bij
onderbreking van de hierboven aangeduide procedure kan
deze opnieuw gestart worden door selectie van de com-
mando's "Sbs", "Open", "Close".
Tijdens deze manoeuvres slaat de besturingseenheid de benodig-
de kracht voor het openen en sluiten van de poort op.
18
L8
L7
L5
L4
L2
L1
De fase van aanleren van de posities kan op elk moment weer
opnieuw worden uitgevoerd, ook na de installatie. Ze kan ge-
woon vanaf het begin herhaald worden. Als het echter nodig is om
slechts één waarde te veranderen, herhaal dan alleen de beperkte
procedure.
m
Het is belangrijk dat de procedure "Automatisch
zoeken van krachten" niet onderbroken wordt, bv.
door een STOP-instructie. Bij verandering van de
volgende parameters: afstanden, motorsnelheid
bij opening en sluiting en draairichting van de mo-
tor wordt de procedure "Automatisch zoeken van
krachten" automatisch opnieuw voorgesteld door
de besturingseenheid. De procedure moet correct
en zelfstandig eindigen, ofwel zonder onderbrekin-
gen: deze procedure blijft behouden, ook na een
stroomuitval.
5.4 CONTROLE VAN DE BEWEGING VAN DE
POORT
Na het herkennen van de lengte van de vleugel is het raadzaam
enkele manoeuvres uit te voeren om te controleren of de poort
correct beweegt.
19
FUSE
LED
FUSE
LED
Doe het volgende:
1.
druk op de toets
p
te sturen; controleer of het openen van de poort regelma-
tig verloopt, zonder variaties in snelheid; pas wanneer de
vleugel de waarde "RA1" bereikt moet hij vertragen tot de
minimumsnelheid tot hij stopt bij de waarde "A1" voor de
maximale opening
2.
druk op de toets
q
controleer of het sluiten van de poort regelmatig verloopt,
zonder variaties in snelheid; pas wanneer de vleugel de
waarde "RA0" bereikt moet hij vertragen tot de minimum-
snelheid tot hij stopt bij de waarde "A0" voor de maximale
sluiting
3.
controleer of het knipperlicht tijdens de manoeuvres met een
frequentie van 0,5 sec. aan en 0,5 sec. uit knippert
4.
voer meerdere openings- en sluitingsmanoeuvres uit om te
beoordelen of er eventuele montage- of afstellingsdefecten
zijn, of andere onregelmatigheden, zoals punten met een
grotere wrijving
5.
controleer of de bevestiging van de reductiemotor stevig en
stabiel is, en voldoende bestand is tegen plotse versnellin-
gen of vertragingen in de beweging van de poort.
5.5 AANSLUITING VAN ANDERE INRICHTINGEN
Indien het vereist is om externe inrichtingen te voorzien van stroom,
bijvoorbeeld een lezer voor transponderkaarten of de verlichting
van de sleutelschakelaar, kan de voeding verkregen worden zoals
aangegeven in de afbeelding.
De voedingsspanning is 24Vc -30% ÷ +50% met een maximale
beschikbare stroom van 100mA.
20
6
EINDTEST EN INBEDRIJFSTELLING
6
EINDTEST EN INBEDRIJFSTELLING
Dit zijn de belangrijkste fasen bij de realisatie van de automatise-
ring om de maximale veiligheid van het systeem te garanderen.
De eindtest kan ook worden gebruikt om de inrichtingen van de
automatisering periodiek te controleren.
m
De testfasen en de inbedrijfstelling van de automa-
tisering moeten worden uitgevoerd door gekwa-
lificeerd en ervaren personeel, dat de benodigde
tests moet verrichten om de veiligheidsmaatrege-
len te controleren en dat tevens moet controleren
of de wetten, normen en regels op dit gebied in acht
worden genomen, in het bijzonder de eisen van de
norm EN 12445, die de testmethoden voor de con-
trole van automatiseringen voor poorten bepaalt.
De extra inrichtingen moeten aan een specifieke test worden on-
derworpen, om zowel de werking als de interactie met de bestu-
ringseenheid te controleren. Raadpleeg hiervoor dus de instructie-
handleidingen van de betreffende inrichtingen.
om een "openingsmanoeuvre" aan
om een "sluitmanoeuvre" aan te sturen;
(+)
(-)
NEDERLANDS – 13