Opstelling van het apparaat
toepassingsgebied
Met de REMKO gas-
wandverwarmingsautomaten van
de GPM-serie worden zowel kleine
ruimtes (bijv. werkplaatsen) als
grotere ruimtes (bijv. industriehallen
en sportcomplexen) verwarmd.
Voor een effi ciënte verwarming is
het daarom beslist nodig om het
verwarmingsvermogen te bepalen
d.m.v. een goede berekening van de
warmtebehoefte van de ruimte.
AttENtIE
De apparaten mogen niet wor-
den opgesteld of geïnstalleerd in
ruimtes met een explosieve of
corrosieve atmosfeer!
Algemene voorwaarden
Bij de opstelling van de apparaten
moeten de lokale resp. nationale
voorschriften en richtlijnen in de
geldige versie worden nageleefd.
Werkzaamheden zoals:
gas- en elektro-installatie
■
omschakelen naar een andere
■
gassoort
ingebruikneming
■
afstellen en onderhoud mogen
■
alleen worden uitgevoerd door
gekwalifi ceerd personeel
Hierdoor wordt gewaarborgd dat
behalve een foutloze elektro- en
gasinstallatie ook alle vereiste
metingen en keuringen worden
uitgevoerd.
De apparaten moeten
■
minstens eenmaal per jaar door
geautoriseerd personeel worden
gecontroleerd. Wij adviseren
hiertoe een onderhoudscontract
af te sluiten met een
gespecialiseerd bedrijf
Bij het plannen en installeren van
■
de uitlaatgasleiding moet altijd
rekening worden gehouden met
de bouwkundige mogelijkheden
en de geldende lokale resp.
nationale voorschriften.
In een sterk verontreinigde
■
omgeving moet er bij het
uitvoeren van de verzorgings-
en onderhoudsmaatregelen
rekening worden gehouden met
de heersende omstandigheden.
De verbrandingslucht moet dan
in principe van buiten worden
aangevoerd
Keuze van de opstellingsplaats
Bij het bepalen van de
opstellingsplaats moet er rekening
worden gehouden met:
Brandbeveiliging en
■
bedrijfsgevaren
Functie:
■
Vertrekverwarming, onderdruk/
overdruk in de opstellingsruimte
enz.
Bedrijfsbelangen,
■
warmtebehoefte, nominale
luchtvolumestroom, behoefte aan
circulatielucht, luchtvochtigheid,
kamertemperatuur, luchtverdeling,
benodigde plaatsruimte
Montage-, reparatie- en
■
onderhoudsmogelijkheden.
De apparaten moeten zodanig
worden gemonteerd dat
ze altijd goed toegankelijk
zijn voor reparatie- en
onderhoudswerkzaamheden
Bij ondeskundige opstelling en
bediening kunnen er gevaren
uitgaan van de apparaten. Voor de
planning en bij de opstelling van
de apparaten moeten de volgende
punten beslist in acht worden
genomen.
De apparaten moeten zodanig
■
worden opgesteld en gebruikt dat
personen geen gevaar lopen door
uitlaatgas en stralingswarmte en
er geen branden kunnen ontstaan
Bij het opstellen van de apparaten
■
moet men ervoor zorgen dat de
uittredende warme luchtstroom
geen schadelijke invloed op de
omgeving heeft
Brandgevaar moet worden
■
uitgesloten, waarbij men rekening
dient te houden met materialen
van de opstelvlakken en de
vlakken waartegen de apparaten
worden geplaatst. Zie daartoe
TRGI, paragraaf 5.1.3.3
De voor de montage bestemde
■
wand of plafond moet bestaan
van niet-brandbaar materiaal.
Het draagvermogen ervan moet
worden gecontroleerd, eventueel
moeten versterkingen worden
aangebracht
Consoles moeten voldoende
■
stevig in de wand of het plafond
zijn verankerd en de apparaten
moeten eraan worden bevestigd
op de daartoe door de fabriek
bestemde punten
Er moet worden gezorgd voor
■
voldoende ruimte voor het
onderhoud van warmtewisselaars,
branders, de ventilator en de
uitlaatgasafvoer
Bedieningsvoorzieningen voor het
■
apparaat en de brandstoftoevoer
moeten vanaf de vloer kunnen
worden bediend. De exploitant
dient te zorgen voor onderhouds-
en reparatiemogelijkheden
5