Vervangen van de besturingsprintplaat
Bij het vervangen van de
besturingsprintplaat moeten er
enkele controles worden uitgevoerd
en parameters worden ingesteld.
De programmering van
parameters A1, A2 en A3 is beslist
noodzakelijk omdat de vervangende
besturingsprintplaten neutraal
worden geleverd.
Elke gas-wandverwarmingsautomaat
wordt geleverd met een
bijbehorende technische beschrijving
die de vooraf geprogrammeerde
standaardwaarden bevat.
Houd alle ter plaatse aangebrachte
veranderingen bij op deze lijst, zodat
de vervangende besturingsprintplaat
op de juiste manier geprogrammeerd
kan worden.
Controle van de
hardwareconfi guratie van de
besturingsprintplaat
Controle voor gebruik met
temperatuurregeling ATR-6:
De brug NTC/ VAN moet op NTC
staan en de CR-schakelaar op ON;
zie onderstaande afbeelding [richting
binnenrand van de kaart];
Deze confi guratie is nodig om
een goede werking van de NTC-
sensoren te waarborgen.
brug op NTC
CR-schakelaar
op ON
Maat- en constructiewijzigingen ten bate van de technische vooruitgang voorbehouden.
Programmering van de parameters
De programmering vindt uitsluitend
plaats via de temperatuurregelig
ATR-6.
De parameters die beslist
geprogrammeerd moeten worden,
zijn:
A1, A2 en A3.
Deze bepalen de
correcte verbranding en
het warmtevermogen
van de geïnstalleerde
wandverwarmingsautomaat.
Bij de vervangingsprintplaten zijn
parameters A1, A2 en A3 niet
voorgeprogrammeerd.
In de onderstaande tabel vindt u
de waarden die afhankelijk van het
apparaatmodel ingesteld moeten
worden.
model
A1
A2
GPM15
44
58
GPM25
55
73
GPM35
62
93
GPM55
65
93
GPM75
75
98
Voor toegang tot de parameters de
toets KM ca.10 seconden ingedrukt
houden.
Op de display verschijnt:
>>
INFO
REG
ERR
Op toets K4 >> drukken; op de
display verschijnt:
>>
SPRA
PAR
PARK
Op toets K3 PARK drukken; op de
display verschijnt:
<<
>>
PARAM K
1
De waarde van de ingestelde
parameter 1 verschijnt boven de
toets K4 en wordt ingesteld met de
toetsen K+ en K-.
Met toets K4 >> worden de
parameters 1 t/m 3 na elkaar
opgeroepen; ze worden ingesteld
met de toetsen K+ en K-.
Schoorsteenvegertoets
Indien nodig de kamertemperatuur
op de temperatuurregeling
hoger instellen dan de actuele
kamertemperatuur. Wachten tot de
brander is gestart.
Nadat de ventilator is
ingeschakeld de brander op
„maximumvermogen" zetten door
de resetknop op de voorkant van het
apparaat 2-3 seconden ingedrukt te
houden.
De groene LED knippert snel
wanneer het apparaat op het
maximumvermogen werkt.
Na ca. twee minuten kann
de uitlaatgasanalyse worden
uitgevoerd op het meetpunt in de
A3
uitlaatgasleiding.
83
83
Nadat de meting is uitgevoerd het
80
apparaat op „normaal vermogen"
zetten door opnieuw de resetknop
70
2-3 seconden ingedrukt te houden.
70
De groene LED knippert langzaam
(min. vermogen).
Nu de resettoets nogmaals
indrukken; de groene LED brandt
dan weer continu.
De normale bedrijfsmodus is weer
geactiveerd.
De kamertemperatuur (indien
deze is veranderd) weer op de
oorspronkelijke waarde zetten in de
temperatuurregeling.
AANWIJZING
Als het apparaat niet op de
„normaal"-modus wordt ge-
zet, zorgt de besturingsprint-
plaat na 20 minuten voor een
automatische reset van het
apparaat.
33