brander ontsteekt niet
Het vlambewakingsapparaat meldt
een storing omdat de brander niet
is ontstoken; de besturingsprintplaat
voert een reeks automatische ont-
grendelingspogingen uit voordat de
storingsmelding wordt gegeven.
veiligheidsthermostaat (STB)
Activering van de veiligheidsther-
mostaat.Als de door de ther-
mostaat gemeten temperatuur
te hoog is, wordt de thermostaat
geactiveerd en wordt de werking
van het apparaat geblokkeerd.
branderventilator defect
Verbrandingsluchtventilator is
defect of het signaal naar de
besturingsprintplaat ligt buiten het
tolerantiebereik van het gewenste
toerental.
sensor NTC1 of NTC2 wordt
onjuist weergegeven
Sensor NTC1 defect of niet
aangesloten – de waarde van de
sensor ligt buiten het meetbereik
vergrendeling van de besturing-
sprintplaat
Besturingsprintplaat meldt een
storing vanwege herhaalde
mislukte ontstekingspogingen
van het apparaat gedurende een
vooraf ingestelde tijdsduur.
vlambewakingsapparaat
De besturingsprintplaat heeft een
startsignaal naar het vlambewaking-
sapparaat gestuurd, maar heeft geen
signaal ontvangen dat de start heeft
plaatsgevonden; mogelijk is het
paraat defect.
vlambewakingsap
Onjuiste verbinding met de
temperatuurregeling
Maat- en constructiewijzigingen ten bate van de technische vooruitgang voorbehouden.
Soort storing
- gastoevoer niet aanwezig/defect
- fase- en nulleider verwisseld
- aardleiding ontbreekt of is onjuist aangesloten
- ontstekingselektrode defect of onjuist ingebouwd
- bewakingselektrode defect of onjuist ingebouwd
- vlambewakingsapparaat defect
- ontstekingssproeier vuil of verkeerde grootte
- circulatieluchtventilator defect
- gebrekkige koeling van de warmtewisselaar
- capillaire buis of sensor defect
- sensorpositie te dicht bij warmtewisselaar
- elektrischen doorgang van de veiligheidsthermostaat
controleren
- afdichtingen defect; warm uitlaatgas komt bij de sensor
Aanwijzing: de sensor is niet alleen aan de punt, maar over de
gehele lengte gevoelig
- laagspanningskabel naar de branderventilator defect of niet
aangesloten
- parameters A1 en A2 moeten overeenkomen met de
waarden uit de tabel in paragraaf „Besturingsprintplaat
vervangen"
- branderventilator defect
- branderprintplaat defect
- correcte positie van brug op NTC controleren
- sensor NTC1 controleren
- sensor NTC2 controleren (alleen met temperatuurregeling)
- gastoevoer en gascomponenten controleren
- bij herhaalde vergrendelingen de besturingsprintplaat
vervangen
- kabelverbinding tussen vlambewakingsapparaat en
besturingsprintplaat controleren
- parameters A1 en A2 moeten overeenkomen met de
waarden uit de tabel in paragraaf „Besturingsprintplaat
vervangen"
- vlambewakingspparaat defect
- defecte aansluitkabel
- elektromagnetische storingen
- onjuiste temperatuurregeling ATR-6
- omgevingstemperatuur ATR-6 minder dan 0°C
37