Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kamercorrectie - REMKO GPM Series Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GPM Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

REMKO GPM

Kamercorrectie

Voor deze functie is
temperatuurregeling ATR-6 nodig.
In het onderstaande wordt
een functie beschreven die de
optimale energie-efficiëntie
van de warmeluchtbereider
mogelijk maakt met behulp van
de besturingselektronica en de
temperatuurregeling. Om de
omgevingscorrectie te kunnen
starten, moet parameter [C1] param
k 11 op 1 zijn gezet.
Het doel van de kamercorrectie
is snel opwarmen aan het begin
en daarna de kamertemperatuur
constant houden. Zo kan niet
alleen de vorming van luchtlagen
worden beperkt, maar vooral
het brandstofverbruik worden
verminderd.
De twee waarden waarop de
correctie is gebaseerd, zijn de
temperatuur die door sensor
NTC2 (in de temperatuurregeling)
wordt gemeten en de
circulatieluchttemperatuur die door
sensor NTC1 (op het apparaat)
wordt gemeten.
Ter activering de parameter param
param k 17 op 1 zetten.
Zodra de kamertemperatuur de
ingestelde setpointwaarde nadert,
wordt de modulatietemperatuur
lineair gewijzigd op basis van
parameters A16 en A24.
kamertemperatuur
10
Zo is het mogelijk om het apparaat
aan het begin op het maximum
vermogen te laten werken om
de vooraf ingestelde gewenste
kamertemperatuurwaarde snel te
bereiken.
Daarna wordt het
verwarmingvermogen verlaagd,
waardoor het rendement van het
apparaat hoger wordt en het vertrek
met minder warme lucht wordt
verwarmd.
Hierdoor wordt niet alleen de
vorming van luchtlagen in het
vertrek beperkt, maar ook het
warmteverlies.
De apparaten worden geleverd met
de volgende fabrieksinstellingen:
Modulatietemperatuur:
„REG SAN"
22 °C
Neutraal correctiebereik:
A24
2 °C
Correctiecoëfficiënt:
A16
2
Parameter A24 bepaalt binnen
welk bereik de kamertemperatuur
wordt gecorrigeerd. Met parameter
A16 kan het rendement van de
temperatuurverlaging worden
verhoogd tot het setpoint
„REG SAN" (zie grafiek). Bij de
standaardinstelling bedraagt de
modulatietemperatuur bij het
bereiken van de kamertemperatuur:
„REG SAN" =
24°C-(2°C x 2,5) = 19°C
De correctie is onafhankelijk van de
ingestelde kamertemperatuur.
De grafiek toont het verloop van de
kamertemperatuur [ST2] in ver-
houding tot de installatiehoogte van
de apparaten „REG SAN" tijdens de
beginfase van de verwarming.
Om de correctie te deactiveren moet
de parameter [C1] param k 11 op 0
worden gezet.
Bij uitschakeling van de correctie
moet de waarde „REG SAN" correct
worden geregeld, om het volgende
te voorkomen:
- „REG SAN" te hoog ingesteld:
Er vindt sterke luchtlaagvorming
plaats met een hoog warmteverlies
bij het dak, waardoor ook het ener-
gieverbruik stijgt.
- „REG SAN" te laag ingesteld:
Het duurt te lang voordat de ge-
wenste kamertemperatuur is bereikt.
Als de correctie is uitgeschakeld,
moet „REG SAN" zodanig worden
ingesteld dat de waarde in meters
van het verschil tussen de kamersen-
sor en de modulatiesensor verme-
nigvuldigd met 0,4/ 0,5°C hoger
is dan ST2. Informatie over het
wijzigen van de modulatiewaarde
„REG SAN" op de temperatuurre-
geling en over het wijzigen van alle
andere beschreven waarden vindt u
verderop in het handboek.
ST1 correctie

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gpm 15Gpm 25Gpm 35Gpm 55Gpm 75

Inhoudsopgave