Inhoudsopgave
Advertenties
Afb.52
Montage van de
buitentemperatuursensor
6.6
Installeren van temperatuursensoren rond een open verdeler
Afb.53
De temperatuursensoren
positioneren
6.7
Temperatuursensoren op buffertanks
7833300 - v.04 - 12012024
1. Boor twee gaten met diameter van 6 mm.
2. Plaats de twee pluggen.
3. Bevestig de sensor met twee schroeven.
4. Sluit de kabel aan op de buitentemperatuursensor.
1. Monteer de temperatuursensor bovenop de leiding op de aangegeven
afstand van de ingang of uitgang.
> 500
2. Monteer de isolatie voor de open verdeler.
3. Isoleer de temperatuursensoren.
> 500
AD-3002333-02
Voor een correcte werking van de buffertank-temperatuursensoren
moeten bepaalde regels in acht genomen worden.
De leveringsomvang bevat 4 sensoren die in principe geschikt zijn voor
gebruik op de buffertank:
2 × aanlegtemperatuursensor (VF 60, NTC 10 kOhm)
2 × dompelaartemperatuursensor (KVT 60, NTC 10 kOhm)
De dompelaartemperatuursensoren kunnen worden gebruikt als er
geschikte bevestigingen beschikbaar zijn. Zorg er bij gebruik van
aanlegtemperatuursensoren voor dat er volledig contact is tussen het
contactoppervlak van de sensor en de buffertank.
Ongeacht de keuze van de sensoren is de bevestigingspositie van de
buffertank afhankelijk van het hydronische systeem.
Belangrijk
Breng koelpasta aan tussen de leiding en de temperatuursensor.
Alleen montage van de temperatuursensor op de gespecificeerde
afstand van de inlaat of uitlaat maakt een correcte
temperatuurmeting mogelijk. Als de temperatuursensor zich te
dicht bij de in- of uitgang bevindt, bestaat het risico op foutieve
meting.
Door de temperatuursensoren te isoleren wordt de
nauwkeurigheid van de temperatuurmetingen verhoogd.
6 Installatie
37
Advertenties
Inhoudsopgave
