Afb.20
Aansluiting met de warmtepomp
1
2
3
8
4
5
6
Afb.21
Draaischakelaar voor
identificatienummer
Afb.22
Modbus-instellingen
1
7833300 - v.04 - 12012024
7
AD-3002623-02
De draaiknop kan worden gebruikt om een identificatienummer voor de
aangesloten warmtepomp te selecteren. Als er meerdere warmtepompen
zijn aangesloten, moet elke warmtepomp ter identificatie een uniek
nummer krijgen.
De letters op de draaischakelaar staan symbool voor de volgende
nummers:
Kies voor de eerste warmtepomp van de cascade stand 1, voor de tweede
warmtepomp 2 enzovoort.
AD-3002624-02
On
2
Neem de volgende instellingen in acht bij het aansluiten van de CHVAC
Centrale regelaar via S-bus naar gateway GTW-251:
1
2
3
4
3
Tab.7
1-2
uit-uit
aan-uit
AD-3002625-02
uit-aan
aan-aan
De baudrate moet op de standaardwaarde 9600 worden gehouden (1 =
uit, 2 = uit).
Stel de pariteit in op geen (3 = uit, 4 = uit).
1 A+ (GTW-251)
2 GND (GTW-251)
3 B− (GTW-251)
4 Rx/Tx− (warmtepomp)
5 GND (warmtepomp)
6 Rx/Tx+ (warmtepomp)
7 GTW-251
8 Warmtepomp
Sluit de modbus-kabel met adereindhulzen aan op de gateway
GTW-251 en de warmtepomp.
Instelling van het identificatienummer op gateway GTW-251
A = 10
B = 11
C = 12
D = 13
E = 14
F = 15
Instellingen modbus-communicatie
1 S-bus
2 S-bus
3 Schuifregelaars voor het instellen van de baudrate en pariteit
Baudrate en pariteit
Baud
9600
19200
38400
57600
Instellingen modbus-communicatie
6 Installatie
3-4
Pariteit
uit-uit
Geen
aan-uit
Oneven
uit-aan
Even
aan-aan
Geen
25