Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

BDR Thermea Group CHVAC Installatie- En Gebruikershandleiding pagina 68

Inhoudsopgave

Advertenties

9 Instellingen
Afb.97
Hybride werkingsprincipe
+
T
C
1
S
+
C
T
S
1
T
1
Parameter
Min. buitentemp. WP
HP051
Cv-ketel efficiëntie
HP068
Bival. temperatuur
HP000
Hybride modus
HP061
68
C
T
T
2
C
T
T
2
C
T
T
C
AD-3002616
2
S
Beschrijving
Minimale buitentemperatuur waaronder de
compressor van de warmtepomp wordt gestopt
Cv-ketel efficiëntie in hybride systeem
De ketel mag niet draaien boven de bivalente
temperatuur. Alleen de warmtepomp mag star­
ten.
Selectie hybride modus om te kiezen op welke
basis het hybridesysteem optimaliseert
Belangrijk
Zorg ervoor dat u de maximale aanvoertemperatuur van de
verwarmingsketels afstemt op minimaal de maximale
aanvoertemperatuur van uw installatie.
Hybride werkingsmodus configureren
De hybride functie bestaat uit het automatisch overschakelen tussen de
warmtepomp en de ketel op grond van respectievelijk de kosten, het
verbruik of de CO
-uitstoot.
2
Warmtepomp
Verwarmingsketel
C COP warmtepomp
T Buitentemperatuur
C
Drempelwaarde COP
S
T
Minimumbuitentemperatuur (HP051)
1
T
Bivalente temperatuur (HP000)
2
Als de COP (prestatiecoëfficiënt) van de warmtepomp hoger is dan de
drempelwaarde van de COP, heeft de warmtepomp voorrang. Anders
wordt alleen de bijverwarming ingeschakeld.
De prestatiecoëfficiënt van de warmtepomp is afhankelijk van de
buitentemperatuur en van de richttemperatuur van het verwarmingswater.
1. Volg het hieronder beschreven toegangspad.
2. Configureer de volgende parameters.
Gebruik de Symbool-ID met de Zoeken functionaliteit om de
parameters te openen.
Afstelling
Geef de buitentemperatuur beneden welke alleen
de bijverwarming voor verwarming zorgt.
Fabrieksinstelling: -15°C
Fabrieksinstelling: 100 %
Ingesteld volgens het verwarmde oppervlak en
de dimensionering van de warmtepomp.
Fabrieksinstelling: 15 °C.
Fabrieksinstelling: Kosten. De controller selec­
teert het goedkoopste toestel.
Overige beschikbare waarden:
3. Afhankelijk van de geselecteerde hybride modus moeten er meer
parameters worden geconfigureerd in het volgende menu.
Geen: er hoeft geen andere parameter te worden geconfigureerd
Kosten
Geen: geen optimalisatie. De warmtepomp
start altijd eerst op, ongeacht de omstandighe­
den. Vervolgens wordt indien nodig de bijver­
warming van de ketel gestart.
Primaire energy: het regelsysteem kiest het
toestel dat de minste primaire energie ver­
bruikt.
Hybride CO2: het regelsysteem kiest het toe­
stel dat de minste CO
uitstoot.
2
7833300 - v.04 - 12012024

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave