6 Installatie
Afb.49
Plaatsing en aansluiting van de gateway GTW-08 Modbus
1 GTW-08 Modbus (plaatsing en aansluiting door de
installateur met de interne L-bus-kabel)
2 IO-01
3 L-bus-connector op printplaat IO-01
6.5
De buitentemperatuursensor monteren
Afb.50
Aangeraden montageplaatsen
2
1
Z
1/2 Z
1 Optimale locatie
2 Mogelijke locatie
Afb.51
Afgeraden locaties
36
2 2
1 1
2
1
1/2 H (min. 2,5 m)
3
7
2 2
4
5
6
4 L-bus-connector op gateway GTW-08 Modbus
5 Modbus RTU-connector
6 CB-20
7 Vooraf gemonteerde L-bus-kabel
Plaats de buitentemperatuursensor op een locatie die aan de volgende
kenmerken voldoet:
Op een gevel van de te verwarmen ruimte, indien mogelijk op het
noorden.
Halverwege de muur van de te verwarmen ruimte.
Onder invloed van wisselende weersomstandigheden.
Beschermd tegen direct zonlicht.
Makkelijk toegankelijk.
1/2 H (min. 2,5 m)
H
H
H Bewoonde hoogte gecontroleerd door de sensor
Z Bewoond oppervlak gecontroleerd door de sensor
Plaats de buitentemperatuursensor best niet op een locatie met de
volgende kenmerken:
Afgeschermd door een deel van het gebouw (balkon, dak, enz.).
Dicht bij een storende warmtebron (zon, schoorsteen, ventilatierooster,
enz.).
4
3
1 1
6 6
AD-6000049-02
7833300 - v.04 - 12012024
1
2
MW-8800N001-3
MW-3000014-2