Afb.96
De waardeparen controleren
1
...
...
...
...
...
...
Menu 1
Menu 2
Menu 3
... ... ... ... ... ...
75 °C
45.4 °C, -1.0 °C
16 °C
20 °C
-22 °C
-40 °C
... ... ... ... ... ...
9.2.5
Instellen van de hybride functie van het systeem
7833300 - v.04 - 12012024
+
... ... :
75 °C
-
+
... ... :
1.4
-
+
... ... :
16 °C
-
AD-3002413
Tab.12
Zone
CIRCA
CIRCB
CIRCC
Tab.13
Verwarmingseigen
schappen
Zone is te koud tijdens
de winterperiode.
Zone is te warm tijdens
de winterperiode.
Zone is te koud tijdens
de winterperiode en in
de overgangsperiode.
Zone is te warm tijdens
de winterperiode en in
de overgangsperiode.
Zone is te koud in de
overgangsperiode,
maar is warm genoeg
tijdens de winterperio
de.
Zone is te warm in de
overgangsperiode,
maar is warm genoeg
tijdens de winterperio
de.
Fundamentele randvoorwaarde:
1 Toegekende temperatuurwaarden voor de geselecteerde positie
op de stooklijn
3.1. Max. temp. (1): Maximale aanvoertemperatuur van het
verwarmingscircuit.
3.2. Min. temp. (2): Minimale aanvoertemperatuur van het
verwarmingscircuit.
3.3. Helling (3): Helling (steilheid) van de stooklijn. Als er sprake is
van een vaste minimum- en maximumtemperatuur, bepaalt de
helling van de stooklijn de buitentemperaturen waarbij
bepaalde aanvoertemperaturen bereikt moeten worden.
Belangrijk
Wanneer 15 °C als minimumtemperatuur wordt ingevoerd, wordt
de parameter Gewenste ruimtetemperatuur van de groep gebruikt.
De bijbehorende waardeparen (buitentemperatuur,
aanvoertemperatuur) worden weergegeven wanneer de
bijbehorende positie op de stooklijn geselecteerd wordt.
Fabrieksinstellingen voor de afzonderlijke zones
Maximumtempera
(1)
tuur (CP00x)
90 °C
50 °C
50 °C
(1) Afhankelijk van beschikbaarheid
Voorbeelden voor het parametriseren van de stooklijn
Actie
Vergroot de helling van
de stooklijn.
Verklein de helling van
de stooklijn.
Verhoog de minimum
temperatuur van de
stooklijn.
Verlaag de minimum
temperatuur van de
stooklijn.
Verklein de helling van
de stooklijn en verhoog
de minimumtempera
tuur.
Vergroot de helling van
de stooklijn en verlaag
de minimumtempera
tuur.
Helling (CP23x)
Minimumtempera
tuur (CP21x)
1,5
15 °C
0,7
15 °C
0,7
15 °C
Voorbeeld
Vergroot de helling
(CP23x) van 1,2 naar
1,3.
Verklein de helling
(CP23x) van 1,3 naar
1,2.
Verhoog de minimum
temperatuur (CP21x)
van 35 °C naar 40 °C.
Verlaag de minimum
temperatuur (CP21x)
van 40 °C naar 35 °C.
Verklein de helling
(CP23x) van 1,3 naar
1,2 en verhoog de mi
nimumtemperatuur
(CP21x) van 35 °C
naar 40 °C.
Vergroot de helling
(CP23x) van 1,2 naar
1,3 en verlaag de mini
mumtemperatuur
(CP21x) van 40 °C
naar 35 °C.
9 Instellingen
67