1 Veiligheid Veiligheid Aansprakelijkheden 1.1.1 Aansprakelijkheid van de fabrikant Onze producten worden vervaardigd volgens de eisen van de verschillende van toepassing zijnde richtlijnen. Ze worden daarom afgeleverd met de - en -markering en eventueel noodzakelijke documenten. In het belang van de kwaliteit van onze producten brengen wij doorlopend verbeteringen aan.
3 Beschrijving van het product Gevaar Kans op gevaarlijke situaties die ernstig persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. Gevaar voor elektrische schok Kans op elektrische schok, kan ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. Waarschuwing Kans op gevaarlijke situaties die licht persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. Opgelet Kans op materiële schade.
3 Beschrijving van het product Belangrijk Het aantal genoemde punten is afhankelijk van de situatie en dus zal per project bekeken moeten worden welke oplossing de beste 3.1.2 Hydronische scheiding door gebruik van het primaire en secundaire circuit Bij het opzetten van een ketelcascade kan het nodig zijn om het primaire circuit (opwekkerscircuit) en het secundaire circuit (verbruikerscircuit) te scheiden met een open verdeler of platenwarmtewisselaar.
3 Beschrijving van het product Afmetingen en aansluitingen Afb.3 Afmetingen en aansluitingen AD-3001763-01 1 S-bus-connectoren 3 L-bus-connectoren 2 Kabelwartels Het midden van de DIN-rail is 39 mm vanaf de bovenkant van de wanddoos. Standaard leveringsomvang De levering omvat: De MiTera. BLE Smart Antenna Set kabelwartels.
3 Beschrijving van het product Accessoires en opties Er zijn diverse accessoires en opties beschikbaar. Tab.1 Elektrische accessoires en opties Item Beschrijving Functie Uitbreidingsprint SCB-01 De SCB-01 zorgt voor een aansluiting van 0-10 V voor een PWM-systeempomp en twee potentiaalvrije contacten voor statusmeldingen.
4 Voor de installatie Item Beschrijving Functie Communicatieprint GTW-40 De GTW-40 biedt de functionaliteit om een open Therm-toestel aan te sluiten via de S-bus. AD-3002313-01 De aanvoertemperatuursensor van De aanvoertemperatuursensor van de centrale ver de centrale verwarming met kabel warming is nodig voor de regeling van een meng 2,5 m klep.
4 Voor de installatie Afb.4 Installatieruimte A 400 mm B 50 mm (servicegebied) C 440 mm D 300 mm (servicegebied) E 300 mm F 150 mm (servicegebied) Zorg voor voldoende ruimte boven de MiTera om de frontmantel te openen. Opgelet Het toestel moet een elektrische randaarde-aansluiting hebben.
5 Installatie Installatie Het product positioneren 5.1.1 Montage op een DIN-rail Afb.5 Montage op een DIN-rail Met de montagebeugel aan de achterzijde van de behuizing kan het toestel direct op een DIN-rail (35 x 7,5 mm) worden gemonteerd. 1. Monteer de rail. Raadpleeg de montagehandleiding van de rail voor meer informatie.
5 Installatie Elektrische aansluitingen 5.2.1 Toegang tot de connectoren Afb.7 Toegang tot de connectoren 1. Schroef de twee schroeven een kwart slag los. 2. Verwijder het onderste deel van de frontplaat. De connectoren op de printplaten CB-05 en EEC-03 zijn nu toegankelijk.
5 Installatie 5.2.3 De aansluitprint CB-05 Afb.9 CB-05-printplaat De CB-05-aansluitprint biedt gemakkelijke toegang tot de voeding en externe S-Bus-connectoren. AD-3001923-01 Voedingskabel aansluiten Afb.10 Connector -connector wordt gebruikt om de 230 V-voedingskabel aan te sluiten. De stroomaansluiting is voorzien van een 10 AT-zekering. Gevaar voor elektrische schok Schakel altijd de hoofdstroom uit voordat u met de elektrische aansluitingen aan de slag gaat.
5 Installatie 5.2.4 De aansluitprint CB-20 Afb.12 CB-20-printplaat De CB-20-aansluitprint biedt gemakkelijke toegang tot de voeding en externe L-busconnectoren. De externe L-Bus-connector kan worden gebruikt om extra wanddozen aan te sluiten. AD-3001924-01 Extra wanddozen aansluiten Afb.13 Externe L-Bus-connector Verwijder de voorgeïnstalleerde terminator op de rechter L-Bus-connector. Sluit de rechter L-Bus-connector aan op de linker L-Bus-connector op de extra wanddoos.
Pagina 15
5 Installatie Het PWM-signaal van de pompen aansluiten Afb.17 PWM-connector voor cascadepomp De PWM-connector kan worden gebruikt om het PWM-signaal van de cascadepomp aan te sluiten. De PWM-connector kan ook worden gebruikt om een 0-10V-uitgang aan te sluiten. De functie van deze connector kan worden gewijzigd met parameter NP287.
5 Installatie Afb.22 Connector T-B De T_B-connector moet worden gebruikt om de secundaire aanvoertemperatuursensor aan te sluiten. AD-3001941-01 Afb.23 Connector T-C De T_C-connector kan worden gebruikt om de cascade- retourtemperatuursensor aan te sluiten. Deze sensor is alleen voor bewakingsdoeleinden bestemd en hoeft niet te worden aangesloten om de cascadefunctionaliteit in te schakelen.
5 Installatie Afb.26 Aangeraden montageplaatsen 1/2 Z 1/2 H (min. 2,5 m) MW-8800N001-3 1/2 H (min. 2,5 m) 1 Optimale locatie H Bewoonde hoogte gecontroleerd door de sensor 2 Mogelijke locatie Z Bewoond oppervlak gecontroleerd door de sensor Plaats de buitentemperatuursensor best niet op een locatie met de volgende kenmerken: Afgeschermd door een deel van het gebouw (balkon, dak, enz.).
5 Installatie Afb.29 De temperatuursensoren 1. Monteer de temperatuursensor bovenop de leiding op de aangegeven positioneren afstand van de ingang of uitgang. min. 500 Belangrijk Breng koelpasta aan tussen de leiding en de temperatuursensor. Alleen montage van de temperatuursensor op de gespecificeerde afstand van de inlaat of uitlaat maakt een correcte temperatuurmeting mogelijk.
5 Installatie Afb.32 S-bus-aansluitvoorbeeld CB-05 AD-6000016-01 N1 S-bus-terminal N2 S-bus-verbinding tussen toestellen 5.4.2 BMS-aansluitingen Afb.33 Schema en componenten AD-6000017-01 A1 Warmteopwekker H1 Open verdeler A2 Warmteopwekker S3 Aanvoertemperatuursensor A3 Warmteopwekker S5 Retourtemperatuursensor P1 Pomp R4 MiTera P2 Pomp R5 BMS (gebouwbeheersysteem) P3 Pomp Gebruik van een 0-10V aansluiting Afb.34...
Pagina 20
5 Installatie Tab.5 Parameterinstellingen Code Display Beschrij Instelbe Submenu Stan tekst ving reik daardin stelling EP014 0-10V in Selecteer 0 = Uit 0-10V in gang de functie 1 = Tem gang van de peratuur 0-10V in 2 = Ver gang. mogen Zie ook Een 0-10V-toestel aansluiten, pagina 39...
Pagina 21
5 Installatie Tab.6 Parameterinstellingen Code Display Beschrij Instelbe Submenu Stan tekst ving reik daardin stelling EP014 0-10V in Selecteer 0 = Uit 0-10V in gang de functie 1 = Tem gang van de peratuur 0-10V in 2 = Ver gang. mogen Zie ook Accessoires en opties, pagina 8...
6 Gebruik van het bedieningspaneel Tab.7 Parameterinstellingen Code Display Beschrij Instelbe Submenu Stan tekst ving reik daardin stelling EP014 0-10V in Selecteer 0 = Uit 0-10V in gang de functie 1 = Tem gang van de peratuur 0-10V in 2 = Ver gang.
6 Gebruik van het bedieningspaneel Beschrijving van een cascadeoverzicht Afb.45 Cascadepictogram 1 Cascadepictogram Het bedieningspaneel schakelt automatisch over naar de stand-bymodus 22/02/2018 11:20 Home Screen (zwart scherm) als het bedieningspaneel 5 minuten lang niet wordt bediend. Druk op een van de knoppen op het bedieningspaneel om het scherm weer te activeren.
6 Gebruik van het bedieningspaneel Afb.50 Informatie over huidige status 1 Pictogram type vraag 2 Setpunt temperatuur 22/02/2018 11:20 ..3 Setpunt vermogen 30.0°C 28.0°C 28.0°C 64.9°C Generator CH 90.0°C 148.8kW 45.2°C 90.0°C Next: – ......AD-3001946-01 Beschrijving van het hoofdmenu U kunt vanaf elk menu rechtstreeks navigeren naar het hoofdmenu door te drukken op de toets...
6 Gebruik van het bedieningspaneel Beschrijving van de pictogrammen in het display Tab.10 Pictogrammen Picto Beschrijving gram Gebruikersmenu: parameters op gebruikersniveau kunnen worden aangepast. Installateursmenu: parameters op installateursniveau kunnen worden geconfigureerd. Informatiemenu: uitlezen van diverse actuele waarden. Systeeminstellingen: systeemparameters kunnen worden aangepast. Storingsindicator.
6 Gebruik van het bedieningspaneel Picto Beschrijving gram Pictogram keuken. Pictogram slaapkamer. Pictogram studeerkamer. Pictogram kelder. Parameters, tellers en signalen zoeken U kunt datapunten (Parameters, tellers, signalen) zoeken en wijzigen van het toestel, aangesloten printplaten en sensoren. > Systeeminstallatie > Zoek datapunten Gebruik de draaiknop om te selecteren.
6 Gebruik van het bedieningspaneel Afb.56 Bevestig de menuselectie 2. Druk op de toets om de selectie te bevestigen. De beschikbare instellingen van dit geselecteerde menu verschijnen 22/02/2018 11:20 Home Screen in het display....3. Gebruik de draaiknop om de gewenste instelling te selecteren. Not set 4.
6 Gebruik van het bedieningspaneel 7. Configureer de temperatuur. U kunt het vakantieprogramma resetten of annuleren door Resetten in het vakantiemodusmenu te selecteren. 6.8.4 Configuratie van het verwarmingscircuit Voor elk verwarmingscircuit is een menu met snelle gebruikersinstellingen beschikbaar. Selecteer het verwarmingscircuit dat u wilt configureren door de selectie van het pictogram [ ], [ ], [...
Pagina 29
6 Gebruik van het bedieningspaneel De naam en het pictogram van een zone wijzigen De zones hebben een pictogram en naam die in de fabriek zijn ingesteld. Afhankelijk van uw toestel kunt u het pictogram en de naam voor de zones wijzigen.
Pagina 30
6 Gebruik van het bedieningspaneel 3. Selecteer de gewenste bedrijfsmodus: Tab.17 Bedrijfsmodi Picto Functie Beschrijving gram Klokprogramma De kamertemperatuur wordt geregeld door een klokprogramma Handmatig De kamertemperatuur is op een vaste waarde ingesteld Korte temperatuurverandering De kamertemperatuur wordt tijdelijk gewijzigd Vakantie De kamertemperatuur wordt verlaagd tijdens uw vakantie om energie te be...
Pagina 31
6 Gebruik van het bedieningspaneel Afb.61 Activiteiten van een klokprogramma 0:00 2:00 4:00 6:00 8:00 10:00 12:00 14:00 16:00 18:00 20:00 22:00 0:00 AD-3001403-01 Tab.18 Voorbeeld van activiteiten Begin van de activiteit Activiteit Setpunt temperatuur 6:30 Ochtend 20 °C 9:00 19 °C 17:00 Thuis...
6 Gebruik van het bedieningspaneel Een klokprogramma activeren Om een klokprogramma te activeren, is het nodig om de bedrijfsmodus Klokprogramma te activeren. Deze activering wordt apart voor elke zone uitgevoerd. Selecteer zone > Bedrijfsmodus > Klokprogramma Gebruik de draaiknop om te selecteren. Gebruik de toets om de selectie te bevestigen.
6 Gebruik van het bedieningspaneel 6.8.7 Werkingsmodus wijzigen U kunt de bedrijfsmodus van het toestel instellen. De beschikbare modi kunnen per toestel variëren. Gebruik de draaiknop om te selecteren. Gebruik de toets om de selectie te bevestigen. 1. Selecteer het pictogram [ 2.
6 Gebruik van het bedieningspaneel Installateursinstructies 6.9.1 Configuratie van de installatie op installateursniveau Configureer de installatie door te drukken op de knop Systeeminstallatie te selecteren. Selecteer de besturingseenheid of printplaat die u wilt configureren. Tab.20 Configureren van een zone of functie Parameters, tellers, signalen Beschrijving Parameters...
Pagina 35
6 Gebruik van het bedieningspaneel 4. Voer de volgende gegevens in: Naam installateur Uw bedrijfsnaam Tel nr installateur Uw bedrijfstelefoonnummer Parameters wijzigen U kunt de instellingen van de besturingsunit en de aangesloten uitbreidingsprinten, sensoren enz. wijzigen om de installatie te configureren.
6 Gebruik van het bedieningspaneel Afb.65 De stooklijn 5. Stel de volgende parameters in: 11:20 ......Tab.22 Instellingen ..Curve: Helling van de stooklijn: ..Vloerverwarmingscircuit: helling tussen 0,4 en ..Radiatorcircuit: helling op ca. 1,5 ..
7 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Inbedrijfstellingsprocedure Belangrijk De inbedrijfstelling is verplicht voor het correct functioneren van de cascade. De inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een erkend installateur. De inbedrijfstellingsprocedure moet ook worden uitgevoerd in het geval van een wijziging van de cascade-opstelling. Voor de inbedrijfstelling van de installatie moeten de volgende stappen worden uitgevoerd.
7 Inbedrijfstelling 7.1.2 De toestelvolgorde instellen Belangrijk Alle toestellen moeten correct worden aangesloten op de S-bus, en busterminators moeten aan beide busuiteinden worden ingestoken. Afb.67 Weergave van de toestelvolgorde in In een nieuw geïnstalleerde cascade zal de fysieke volgorde van de het cascadeoverzichtsscherm toestellen hoogstwaarschijnlijk niet overeenkomen met de volgorde die op het display wordt weergegeven.
7 Inbedrijfstelling 7.1.3 Het vermogen instellen Om een goede werking te garanderen van de MiTera moeten de waarden van het maximale en minimale vermogen van elke warmteopwekker worden gecontroleerd. Als de warmteopwekkers deze gegevens verstrekken, zal de MiTera deze automatisch ophalen en de waarden dienovereenkomstig instellen.
7 Inbedrijfstelling Een RUB-toestel aansluiten RUB = room unit bus 1. Stel parameter EP014 (0-10V ingang) in op Uit. De 0-10V-ingangsconnector is uitgeschakeld. 2. Sluit het RUB-toestel aan op de OT-ingangsconnector. Een OpenTherm-toestel aansluiten 1. Stel parameter EP014 (0-10V ingang) in op Uit. De 0-10V-ingangsconnector is uitgeschakeld.
8 Instellingen Instellingen Inleiding op parametercodes Afb.70 Code op een HMI T-control Het besturingsplatform maakt gebruik van een geavanceerd systeem voor het categoriseren van parameters, metingen en tellers. Kennis van de ......00:12 logica achter deze codes vergemakkelijkt de herkenning. De code bevat ....
8 Instellingen Tab.23 Strategieën voor vermogensregeling Strategie Beschrijving Laat aan, vroeg uit Zo laat mogelijk. Zo vroeg mogelijk Laagst mogelijke aantal Referentie: maximale uit Referentie: maximale uit warmteopwekkers in bedrijf. gangsbandbreedte gangsbandbreedte Korte bedrijfstijden voor ad ditionele warmteopwekkers. Aanbevolen voor niet-con denserende ketels.
Pagina 43
8 Instellingen Code Displaytekst Beschrijving Instelbereik Submenu Stan daardin stelling CP010 Taanv setpunt Aanvoertemperatuur setpunt voor 7 - 100 °C CIRCA 80 °C groep groep bij afwezigheid van ruimte- en buitentemperatuurvoeler CP080 Groep,setpunt Activiteittemperatuur per groep 5 - 30 °C CIRCA 16 °C CP081...
Pagina 44
8 Instellingen Tab.26 Navigatie voor installateursniveau Niveau Menupad Installateur > Systeeminstallatie > EEC-03 > Submenu > Parameters, tellers, signalen > Parameters > Algemeen (1) Zie de kolom "Submenu" in de volgende tabel voor de correcte navigatie. De parameters zijn in specifieke functies gegroepeerd. Tab.27 Fabrieksinstelling op installateursniveau Code...
Pagina 45
8 Instellingen Code Displaytekst Beschrijving Instelbereik Submenu Stan daardin stelling CP480 Begintemp.dro Begintemperatuur van het vloer 20 - 50 °C CIRCA 20 °C droogprogramma CP490 Stoptemp.drogen Eindtemperatuur van het vloerdroog 20 - 50 °C CIRCA 20 °C programma CP640 Logica niv. con Aan/uit contact Voor Centrale verwar...
Pagina 46
8 Instellingen Tab.28 Navigatie voor geavanceerd installateursniveau Niveau Menupad Geavanceerde instal > Systeeminstallatie > EEC-03 > Submenu > Parameters, tellers, signalen > Parameters > lateur Geavanceerd (1) Zie de kolom "Submenu" in de volgende tabel voor de correcte navigatie. De parameters zijn in specifieke functies gegroepeerd. Tab.29 Fabrieksinstellingen op geavanceerd installateursniveau Code...
Pagina 48
8 Instellingen Code Displaytekst Beschrijving Bereik Submenu CM050 Status Pomp groep Status van de groepspomp 0 = Nee CIRCA 1 = Ja CM060 Rpm pomp groep Actueel pomptoerental groep 0 - 100% CIRCA CM070 Groep TAanv In Instelpunt actuele aanvoertemperatuur 0 - 150°C CIRCA stelpt...
9 Bij storing Tab.37 Signalen op geavanceerd installateursniveau Code Displaytekst Beschrijving Bereik Submenu CM110 Tijdel Truimte Tijdelijk gewenste ruimtetemperatuur 0 - 40°C CIRCA groep van de groep CM200 Huidige modus Huidige bedrijfsmodus 0 = Stand-by CIRCA 1 = Verwarming 2 = Koeling CM280 Berekende ruimte Berekende gewenste ruimtetemperatuur...
9 Bij storing 9.1.1 Weergave van storingscodes Als er een storing optreedt in de installatie, toont het bedieningspaneel de volgende informatie: Afb.74 Storingscodeweergave op HMI T- 1 Het display toont de bijbehorende code en het bijbehorende control bericht. 2 De status-LED van het bedieningspaneel geeft het volgende aan: Constant groen = Normaal bedrijf Knipperend groen = Waarschuwing 22/02/2018 11:20...
Pagina 51
9 Bij storing Code Displaytekst Beschrijving Oplossing A.00.110 Temp 2e aanv. gesl. Temperatuursensor voor secundaire Temperatuursensor kortgesloten: aanvoer is kortgesloten of boven het Slechte verbinding: controleer de bedrading en bereik connectoren Slecht gemonteerde sensor: controleer of de sensor goed gemonteerd is Defecte sensor: vervang de sensor A.00.111 Temp.
9 Bij storing 9.1.3 Blokkering Tab.41 Blokkeringscodes Code Displaytekst Beschrijving Oplossing H.02.02 Wacht op config.nr. Wacht op configuratienummer Configuratiefout of configuratienummer onbe kend: CN1 en CN2 opnieuw instellen H.02.03 Conf.fout Configuratiefout Configuratiefout of configuratienummer onbe kend: CN1 en CN2 opnieuw instellen H.02.04 Parameterfout Parameterfout...
10 Technische specificaties Substatus Aanvoertemperatuur Retourtemperatuur Deze en andere details kunnen bijdragen aan de storingsoplossing. 9.2.1 De storingshistorie aflezen en wissen U kunt de storingen op het bedieningspaneel aflezen. De storingshistorie kan ook worden gewist. > Storingsgeschiedenis Gebruik de draaiknop om te selecteren. Gebruik de toets om de selectie te bevestigen.
11 Verwijdering 1 CB-05-printplaat 4 BLE Smart Antenna-printplaat 2 EEC-03-printplaat 5 CB-20-printplaat 3 Bedieningspaneel 10.2 Technische gegevens Tab.42 Algemene gegevens MiTera Breedte x hoogte x diepte (maximale afmetingen) 440 x 300 x 125 Bedrijfstemperatuur °C 0 - 60 Opslagtemperatuur °C -25 - 60 Relatieve vochtigheid (niet-condenserend) 0 - 95...
Pagina 55
11 Verwijdering Afb.77 Recycling Waarschuwing Dit toestel moet worden verwijderd en afgevoerd door een gekwalificeerde installateur in overeenstemming met de lokale en nationale voorschriften. MW-3000179-03 7823351 - v.02 - 19092022...
Pagina 56
11 Verwijdering 7823351 - v.02 - 19092022...
Pagina 57
11 Verwijdering 7823351 - v.02 - 19092022...
Pagina 58
11 Verwijdering 7823351 - v.02 - 19092022...