1. MENU →
toets(WG)] → [Gepersonalis.knop 1], [Gepersonalis.knop 2] of
[Gepersonalis.knop 3] → gewenste instelling.
De enige knop waaraan een functie kan worden toegewezen met [Eigen
toets(WG)] is [Gepersonalis.knop 1] of [Gepersonalis.knop 2].
De functies die kunnen worden toegewezen worden afgebeeld op het
instelitemselectiescherm.
Hint
Als u MENU →
[Gepersonalis.knop 1] of [Gepersonalis.knop 2] → [Volg eig. toets(opn.)]
selecteert, wordt de functie die is geselecteerd voor [Eigen toets(opname)] ook
toegewezen aan die knop in de weergavefunctie.
[142] Hoe te gebruiken
voor handig gebruik
Werking van de middenknop
Nadat u een functie hebt toegewezen aan de middenknop, kunt u die functie
uitvoeren door eenvoudig op de middenknop te drukken wanneer het opname-
informatiescherm wordt afgebeeld.
1. MENU →
centrale knop] → gewenste instelling.
De functies die kunnen worden toegewezen worden afgebeeld op het
instelitemselectiescherm.
[143] Hoe te gebruiken
voor handig gebruik
Werking van de linkerknop
(Eigen instellingen) → [Eigen toets(opname)] of [Eigen
(Eigen instellingen) → [Eigen toets(WG)] →
De opnamefuncties gebruiken
(Eigen instellingen) → [Eigen toets(opname)] → [Funct.
De opnamefuncties gebruiken
De opnamefuncties aanpassen
De opnamefuncties aanpassen