in het midden van het scherm bevindt, waarna de camera dat onderwerp blijft
volgen.
1. MENU →
2. Plaats het doelframe (A) rond het onderwerp en druk op
van het besturingswiel.
Druk nogmaals op
Als de camera het onderwerp kwijtraakt, kan hij detecteren wanneer het
onderwerp weer terugkomt op de monitor en hervat hij het volgen.
3. Druk de ontspanknop helemaal in om het beeld op te nemen.
Opmerking
[Centr. AF-vergrend.] werkt mogelijk niet erg goed in de volgende situaties:
Het onderwerp beweegt te snel.
Het onderwerp is te klein of te groot.
Er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond.
Het is donker.
Het omgevingslicht verandert.
AF-vergrendeling werkt niet in de volgende situaties:
In de functie [Panorama d. beweg.]
Wanneer [Scènekeuze] is ingesteld op [Schemeropn. hand] of [Antibewegingswaas].
Tijdens opnemen in de handmatige scherpstellingsfunctie
Tijdens gebruik van de digitale zoom
Als de opnamefunctie is ingesteld op bewegende beelden, en [
ingesteld op [Slim actief].
Als [
Opname-instell.] is ingesteld op [120p]/[100p].
De camera is mogelijk enige tijd niet in staat om het volgen te hervatten nadat
de camera het onderwerp is kwijtgeraakt.
(Camera- instellingen) → [Centr. AF-vergrend.] → [Aan].
om het volgen te stoppen.
in het midden
SteadyShot] is