gezicht en stelt scherp op dat gezicht.
Als de camera het gezicht van een persoon niet kan detecteren, kunt u [AF op
de ogen] niet gebruiken.
Afhankelijk van de omstandigheden, kunt u [AF op de ogen] niet gebruiken,
bijvoorbeeld wanneer [Scherpstelfunctie] is ingesteld op [H. scherpst.], enz.
[AF op de ogen] werkt niet in de volgende situaties:
Wanneer de persoon een zonnebril draagt.
Wanneer het haar de ogen van de persoon bedekt.
Onder omstandigheden met zwakke belichting of tegenlicht.
Wanneer de ogen dicht zijn.
Wanneer de persoon in de schaduw staat.
Wanneer de persoon onscherp is.
Wanneer de persoon te veel beweegt.
Als de persoon te veel beweegt, wordt het detectiekader mogelijk niet correct
rondom de ogen afgebeeld.
[82] Hoe te gebruiken
Scherp.vergr.
Vergrendelt de scherpstelling zo lang de knop waaraan de scherpstelling-
vasthoudfunctie is toegewezen, ingedrukt wordt gehouden.
1. MENU →
[Scherp.vergr.] toe aan de gewenste knop.
2. Stel scherp en druk op de knop waaraan de functie [Scherp.vergr.] is
toegewezen.
3. Druk op de ontspanknop terwijl u de knop ingedrukt houdt.
[83] Hoe te gebruiken
De exacte afstand tot een onderwerp meten
De opnamefuncties gebruiken
(Eigen instellingen) → [Eigen toets(opname)] → wijs de functie
De opnamefuncties gebruiken
Scherpstellen
Scherpstellen